Zoeken naar centen
eh
HFN ACH
ACHTER DE SCHERMEN
HFN
Tornde
Mol: 'Veel
distribu
teurs krij
gen voor
een beperkt
aandeel in
de totale
financiering
een te groot
deel van de
inkomsten.'
Lauge
Nielsen:
'Het runnen
van een
bioscoopke
ten is ook
echt niet de
goudmijn
die veel
mensen er
soms wel
van ma
ken.'
Financiering van Nederlandse films blijft lastig
Over het belang van de Nederlandse film twijfelt niemand meer na de
resultaten van de afgelopen jaren. Maar ondanks die succesverhalen
blijft het sappelen voor vaderlandse producenten. Verdient er eigenlijk
iemand aan het succes van de Nederlandse film? En zo ja, wie dan? En
zou dat systeem niet moeten veranderen? 'Je doet het in Nederland
toch vooral voor de passie.'
Door Robbert Blokland
De cijfers die de Nederlandse
bioscoopbranche begin januari pre
senteerde, stemden weer bijzonder
tevreden. De Nederlandse theaters
trokken in 2010 een recordaantal
van achtentwintig miljoen bezoekers,
het beste resultaat sinds 1978. De
52 Nederlandse producties die in
2010 in première gingen, waren
goed voor 4,4 miljoen verkochte
kaartjes, een marktaandeel van 15,7
procent.
Maar toch blijft het sappelen voor
Nederlandse producenten om
projecten van de grond te krijgen.
Het blijft vechten om de subsidiepot
van vijfendertig miljoen euro die het
Filmfonds jaarlijks te verdelen heeft.
De komende jaren wordt dat bedrag
door de bezuinigingen van het
kabinet-Rutte alleen maar minder.
Zonder overheidssubsidie is het nog
steeds nagenoeg onmogelijk om een
Nederlandse film te maken. Daar
zijn alle betrokkenen het wel over
eens. 'Het maken van films in een
land als Nederland, met zijn kleine
taalgebied en beperkte afzetmoge
lijkheden, blijft vol risico's', bevestigt
directeur Doreen Boonekamp van
het Filmfonds. 'Er zijn grote bedragen
nodig om filmprojecten te financieren
die zelden helemaal worden terug
verdiend. Zelfs de grootste publieks-
successen als Komt een vrouw bij'de
dokterkunnen niet zonder overheids
subsidie worden gemaakt.'
Een derde van het budget van
een gemiddelde Nederlandse
filmproductie halen producenten
bij het Filmfonds. De rest van het
bedrag wordt bij elkaar gezocht
bij het CoBO-fonds, een omroep,
coproducenten of private middelen.
'Het grootste probleem is dat de
verschillende financieringskanalen
niet optimaal op elkaar zijn afge
stemd', stelt producent Hans Pos van
Shooting Star. 'Het is zo lastig om de
afspraken met alle partners op een
rijtje te krijgen. Als het CoBO-fonds
instemt met een plan, maar de sup-
pletiemiddelen van het Filmfonds zijn
vervolgens leeg (of vice versa), dan
ligt een project toch weer stil.' Het
CoBO-fonds heeft echter nog niet de
formele bevoegdheid om vervolgens
dat toegezegde geld opnieuw te
vergeven, terwijl veel producenten
een moord zouden doen voor die
bijdrage. 'Op die manier maken
partijen in de filmbranche elkaar
onbedoeld tamelijk vleugellam.'
Producties met een budget van zo'n
anderhalf miljoen euro, zoals de
verfilmingen van de boeken van
Carry Slee, zijn minder afhankelijk
van fondsen dan grote projecten als
het vijfenhalf miljoen kostende Sonny
Boy en kunnen met een beetje goe
de wil snel gefinancierd zijn. 'Bij een
film die duurder is, kan het dikwijls
jaren in beslag nemen om alle finan
ciers dezelfde kant op te krijgen. Dat
is voor sommige projecten heel lastig
en zelfs frustrerend, omdat je het
momentum dus onderweg al lang en
breed kunt verliezen. Het systeem
van financiering biedt weinig bewe-
gingsruime', aldus Pos.
Duikboot
Een ander vaak genoemd probleem
is dat het hele jaarbedrag dat Ne
derlandse geldpotjes tot hun beschik
king hebben, zoals de suppletiemid-
delen van het Filmfonds, al na een
maand helemaal verdeeld zijn. 'Het
heeft geen zin om alleen maar te
klagen dat het anders moet', beaamt
producent Pos. 'Maar feit is wel dat
Nederlandse producenten die een
onderdeeltje zijn van een groot
concern met grote financiële draag
kracht desalniettemin het meeste van
de pot kunnen opsnoepen.
De rest van de financiering moet
onder meer worden gezocht bij
private financiers. Sonny Boy meldt
onder meer f ilmentrepreneur Ad
Weststrate en media-ondernemer
Erik de Zwart als 'associate pro
ducers'. Radiobaas Lex Harding
stak eerder een 'zeer substantieel
bedrag' in Zwartboek van producent
San Fu Maltha. 'Zodra een krant dat
meldde, hingen er opeens tientallen
filmmakers aan de lijn', bekende Har
ding toen de film zijn Nederlandse
première beleefde.
'Er zijn met een beetje zoeken echt
wel private partijen te vinden die in
films willen investeren', merkt Pos op.
'Maar die kijken er wel met een za
kelijk oog naar. Als je zulke partijen
aan jouw product wilt verbinden,
moet het risico niet al te groot zijn.
Ze kunnen er ook voor kiezen om
te investeren in een vrachtschip of
een duikboot.' Film heeft, ook in
Nederland, een bepaalde aantrek
kingskracht. 'Je ziet heel concreet
het resultaat: het is toch een stukje
glamour waar je als financier aan
bijdraagt. En het kan serieus iets
opleveren als de titel in kwestie een
succes wordt.'
De vraag of het überhaupt lucratief
is om Nederlandse films te maken,
lijkt lastig te beantwoorden. 'Wij bij
Shooting Star hebben de ervaring
dat een film van een d anderhalf
miljoen euro best rendabel kan zijn',
rekent Pos voor. 'Maar een project
als Sonny Boy komt alleen maar
enigszins uit de kosten als er heel
veel kaartjes worden verkocht.'
Winst wordt sowieso niet gemaakt
met het bioscoopbezoek, beamen
diverse producenten. Meer dan de
helft van de prijs van het kaartje
gaat naar de
bioscoop die de
film vertoont.
Zo'n 40 procent
van het tientje
kan daarna nog
worden ver
deeld. 'Daarbij
zitten de subsidi-
Doreen Boo
nekamp: 'Zelfs
de grootste
publiekssucces-
sen als Komt
een vrouw bij de
dokter kunnen
niet zonder
overheidssub
sidie worden
gemaakt.'
Foto Yvonne
Witte.
erende fondsen lager in de pikorde
dan bijvoorbeeld privé-financiers,
producent en distributeur', legt Pos
uit. 'Die steken natuurlijk hun nek uit
voor een film en staan terecht altijd
bovenaan de lijst als het gaat om
terugverdienen.
Producent Tom de Mol was de
afgelopen jaren onder andere
verantwoordelijk voor de hitfilms
Sint en Moordwijven, die elk zo'n
400.000 bezoekers trokken. Hij zet
zijn vraagtekens bij de verdelings
sleutel die nu in Nederland wordt
gehanteerd. 'Het idee van het Film
fonds voor een revolving fund voor
producenten is goed, maar werkt
alleen als de producent een reëel
aandeel in de opbrengsten heeft',
stelt De Mol. 'Veel distributeurs
krijgen voor een beperkt aandeel in
de totale financiering een te groot
deel van de inkomsten en ook de
kosten van uitbreng in de bioscoop
zijn nog te hoog. Hoger ook dan
bijvoorbeeld in België.'
Directeur Lauge Nielsen van Pathé,
de grootste bioscoopexploitant van
Nederland, is het daar echter niet
mee eens. 'Die discussie keert eens
in de zoveel tijd altijd weer terug',
verzucht hij. 'Maar we hanteren in
Nederland geen ander systeem
dan in andere landen.' Nielsen
begrijpt dat het producenten mis
schien frustreert als ze bij een groot
bioscoopsucces niet direct hun geld
terugzien omdat bioscopen meer
dan de helft van de bruto omzet
houden. 'Maar wij dragen als bios
copen niet het risico dat een Neder
landstalig product buiten Nederland
maar heel weinig afzetmarkt heeft.'
Een suggestie van producent De
Mol om de verdeelsleutel voor
Nederlandse bioscoopfilms te
herzien, ziet Nielsen niet zitten. 'Een
bioscoopexploitant kijkt gewoon
naar hoeveel vraag er is naar
een bepaald product en wat hij
daarmee kan verdienen', legt de
Pathé-baas uit. 'Stel nou dat een
exploitant met een Nederlandse
film minder kan verdienen dan met
een buitenlandse film. Dan zou ik het
niet raar vinden als dat ten koste van
de doeken voor die Nederlandse
productie ging.'
Welk deel van het bioscoopkaartje
Pathé als winst weg schrijft, wil
Nielsen niet zeggen. 'Maar ik kan
wel zeggen dat mensen zich vaak
verkijken op de enorme afschrijvin
gen die wij hebben op bijvoorbeeld
panden', legt hij uit. 'Het meeste geld
zit in panden en personeelskosten.
Het runnen van een bioscoopketen
is ook echt niet de goudmijn die veel
mensen er soms wel van maken.'
Passie
De winst zit hem voor Nederlandse
producenten dus niet in het bios
coopkaartje en de kans dat daar
verandering in komt, lijkt zeer gering.
'Met 370.000 bezoekers voor Sint is
de distributeur uit de kosten', rekent
producent De Mol voor. 'Dat remt
de ontwikkeling van nieuwe films en
professionalisering van de sector.
Je doet het dan vooral vanwege
de passie voor het vak en omdat je
plezier hebt in watje doet.'
Doorgaans worden met dvd-verkoop
en tv-rechten de laatste financiers
afbetaald, waaronder het Filmfonds.
Alleen wanneer een titel aan een
flink aantal andere buitenlandse
markten wordt verkocht, houdt een
producent er mogelijk nog enige
winst aan over. De Mol: 'Maar heb
jij enig idee wat de gemiddelde
opbrengst is van Nederlandse films
buiten de Benelux? Ze staan echt
niet te dringen.'
Dat is een van de dingen die direc
teur Boonekamp van het Filmfonds
nu verandert. 'Wij gaan de uitbreng
van films in het buitenland stimuleren
met matchingbijdragen voor distribu
tie en dubbing. Een andere aanzet
om het systeem te veranderen, is de
nieuwe regeling waarbij producenten
die de Filmfonds-bijdrage terugbeta
len deze automatisch in een nieuw
project mogen steken. 'Zo willen we
producenten ook een steviger finan
ciële basis geven en het gemakkelij
ker maken om private investeerders
aan te trekken.'
'Ik heb geen geld, Holland heeft geld! (Emanuel van Gonter als vader in Pim de la Parra's Wan Pipef)
'We moeten wel heel zeker zijn van onze zaak voordat we tot drastische maatregelen overgaan.' (Hadewych Minis in Moordwijven)