Het beste van beiden
m
m
INTERVIEW
INTERVIEW
Vos:
'Uiteinde
lijk gaat het
er om dat je
met bezie
ling leiding
kunt geven
aan zoveel
mogelijk
bioscopen.'
Atsma:
Talent
vasthouden
is belang
rijk. Dat is
goed voor
de onder
neming en
voor de
hele sector.'
Interview Righard Atsma en Albert Jan Vos
Met de fusie van JT Bioscopen en de Luxor Groep lijken de nieuwe
eigenaren van Jogchem's Theaters het eerste echte signaal af te geven
welke kant zij de komende jaren met de onderneming op willen. Een
mooi moment om daarover eens door te praten met twee van de drie
nieuwe directeuren, Righard Atsma en Albert Jan Vos.
Door Jeroen Huijsdens
Vanaf het moment dat begin dit
jaar bekend werd dat Righard
Atsma, Tom Kist en Arjen Veu-
rink via hun werkmaatschappij
Nedvest de nieuwe eigenaren
waren geworden van Jogchem's
Theaters gonsde het in de smalle
wandelgangen van het filmbedrijf
van de geruchten. De eigenaren
zouden met zo ongeveer iedere
bioscoopondernemer in gesprek
zijn over overname en in korte
tijd een prominente positie op
de Nederlandse bioscoopmarkt
willen innemen, alhoewel ze geen
ervaring hadden met bioscopen.
Een samenwerking met een onder
nemer die dat wel heeft, was een
van de scenario's. De vraag was
alleen: met wie?
Op 7 september jongstleden
kwam daar een antwoord op.
Toen werd de fusie aangekondigd
tussen Jogchem's Theaters en de
Luxor Groep, de onderneming van
de Drentse bioscoop die-hards
Albert Jan en Yvonne Vos.
Met de aanstelling van Albert
Jan Vos als operationeel direc
teur - naast Righard Atsma als
algemeen directeur en Tom Kist
als financieel directeur - lijkt het
bioscoopconcern de markt een
eerste signaal af te geven met
welke visie het willen bouwen aan
een nieuwe toekomst.
Hebben jullie lang op de loer ge
legen om te kijken of jullie iets in
het bioscoopbedrijf konden doen?
Righard Atsma: 'We hebben er
inderdaad een aantal jaren naar
gekeken. Het is volgens ons een
mooie bedrijfstak waarin met
het mooie product emotie wordt
gewerkt. Het is ook een sector
waarin nog een heleboel te doen
is op het gebied van kwaliteit en
wel over de gehele linie. Boven
dien hebben wij ook een persoon
lijke interesse in film en horeca.
Wat trekt mensen? Wat veroor
zaakt dat twee bedrijven die niet
zo veel verschillen, hun vak heel
anders uitoefenen? Ik denk dat
het antwoord deels schuilt in de
passie van de betrokken onder
nemer. Die kun je als geen ander
kwijt in deze sector.'
Wat deed JT en Luxor met elkaar
in zee gaan?
Righard Atsma: 'We wilden
de kracht van beide bedrijven
samenvoegen waardoor we een
sterkere onderneming krijgen.
Daarom is dit ook een fusie. Als
er sprake was geweest van een
overname, waren we misschien te
eenzijdig doorgegaan.'
Albert Jan Vos: 'We gaan gaan
deweg het beste van JT en het
beste van Luxor samenbrengen.'
Righard Atsma: 'In de afgelopen
jaren is JT bezig geweest om de
centrale organisatie goed neer
te zetten, met investeringen in
onder meer automatisering en
een HR-afdeling. Dat staat nu. De
focus op de theaters is daardoor
wat minder is geweest. Het sterke
punt van Luxor is die passie op
de werkvloer. Die is er ook bij JT,
maar die mag soms wel wat meer
geprikkeld worden.'
Albert Jan Vos: 'Met Luxor waren
we al bezig om uit te breiden en
nieuwe exploitaties aan de onder
neming toe te voegen. Toen zich
de kans voordeed om te fuseren
met JT zag ik welke mogelijkhe
den dat ging bieden. Uiteindelijk
gaat het er om dat je met bezie
ling leiding kunt geven aan zoveel
mogelijk bioscopen. Het is echt
een compliment aan de heren dat
zij zich de materie zo snel eigen
hebben gemaakt, maar wij weten
inmiddels wel hoe je met het pu
bliek moet omgaan en waarmee
je je kunt onderscheiden. Voor
ons als kleinere onderneming gold
wel dat we zo af en toe moesten
knokken met de filmverhuurders.'
Ervaarde je het zo? Als knokken
met de distributeurs?
Albert Jan Vos: 'Ja, soms voelde
dat zo. Maar ik ben ook niet an
ders gewend. Als kind maakte ik
het aan de keukentafel al mee dat
mijn vader zichzelf zat op te vre
ten omdat hij bepaalde films niet
kreeg. Ik ben dus ook opgegroeid
met dat spanningsveld.'
Ik dacht dat het strijdtoneel meer
naar de vrijetijdsindustrie was
verschoven? Dat je daar - geza
menlijk - om een goede plaats
moet knokken.
Albert Jan Vos: Je moetje goed
realiseren dat ik bij de kleintjes
wegkom. Bij hen is het altijd an
ders geweest dan bij de concerns.
Toen ik met Hoogeveen begon
kon ik geen film krijgen. Met
inzet en acties moest ik laten zien
dat ik de titel premièretheater
verdiende. Hoewel er een verjon-
gingscultuur is geweest - en dat
zeg ik met respect voor iedereen
die ik heb meegemaakt - zijn er
nog steeds kleine exploitanten die
vreselijk moeten knokken, of die
zich hebben aangesloten bij een
boekingskantoor.'
Wat is een typisch JT/Luxor-thea-
ter van de toekomst?
Albert Jan Vos: 'Ik denk dat we
ons zeker met de horecavoor-
zieningen zullen onderscheiden.
We komen met een ander pakket
dan wat anderen nu bieden. We
hebben al gekeken of we de ele
menten die wij belangrijk vinden
al kunnen inbrengen in de nieuwe
bioscoop die in Apeldoorn open
gaat. Ik heb altijd gezegd dat de
Albert Jan Vos
en Righard
Atsma.
horecabeleving in een bioscoop
van veel grotere invloed is dan
menigeen denkt. Het bepaalt
heel erg of die consument weer
graag en vaak terugkomt.'
Righard Atsma: 'De sector is de
afgelopen jaren gedreven door
grote complexen. Dat heeft het
beeld versterkt van de bioscoop
als het tienerdomein. Wij vinden
het juist helemaal niet erg om
kleinere theaters in de binnen
stad te hebben en daarmee een
bredere groep aan te spreken.
Sterker nog, wij vinden dat een
mooi product waarmee je je
prima kunt differentiëren, bijvoor
beeld door een gezelligheid te
creëren die meer het theaterge-
voel uitstraalt. Maar de locaties
moeten natuurlijk wel voldoende
zalen hebben want anders heb je
een probleem met de program
mering.'
In welke steden kunnen we dat
soort theaters binnen afzienbare
tijd verwelkomen?
Righard Atsma: 'We beginnen in
december met de nieuwe bios
coop in Apeldoorn. In Hilversum
is het nieuwe plan eindelijk door
de gemeenteraad. We hopen
daar in 2013 een nieuw theater
te kunnen openen en de andere
twee te kunnen sluiten. Daar
naast zijn we aan het kijken naar
enkele andere locaties. Maar we
gaan ook flink investeren in de
bestaande bioscopen zoals die in
Amersfoort.'
JT was in het verleden altijd erg
sterk vanwege de combinatie
eigen theaters en boekingsthe
aters. Die manier van werken is
verlaten, maar is het denkbaar
dat die tijd weer terugkomt?
Albert Jan Vos: 'Dat sluit ik zeker
niet uit. Er zit een zekere logica
in. Mocht die situatie zich op een
bepaald moment gaan voordoen,
dan denk ik dat we niet eens ac
tieve acquisitie hoeven te doen,
omdat men met die vraag ook bij
ons zal aankomen.'
Righard Atsma: 'Het zou inder
daad kunnen. We hebben binnen
dit bedrijf ook heel wat ervaring
verzameld. Ik kan me goed voor
stellen dat kleinere theaters daar
profijt van kunnen hebben.'
Albert Jan Vos: 'In de praktijk blijft
het voorlopig nog even zo dat de
bioscopen van Luxor worden ge
programmeerd door Go Filmbook-
ing en JT door de afdeling die dat
hier doet en de zaken wat dat
betreft prima voor elkaar heeft.'
Kunnen we binnen afzienbare tijd
een volgende fusie of overname
verwachten?
Righard Atsma: 'Als de juiste partij
langskomt sluit ik niet uit dat we
daarmee in gesprek gaan. Als wij
een goed product weten neer te
zetten met het juiste team, en dat
laatste is daarbij erg belangrijk,
dan zullen we dat ook op grote
schaal moeten doen, wil het voor
de toekomst houdbaar blijven.
We willen niet tussen tafellaken
en servet in zitten. Je hebt ook
een grote, sterke organisatie
nodig om mensen zich te kunnen
laten ontwikkelen. Dat is vaak het
probleem bij kleine ondernemin
gen. Goede mensen kunnen niet
doorgroeien. Talent vasthouden
is belangrijk. Dat is goed voor
de onderneming en voor de hele
sector.'
Hoe ziet deze onderneming er
over tien jaar uit?
Righard Atsma: 'Ik hoop dat dit
concern dan een voorbeeld is
voor andere ondernemers. En
dat ook de plaatsen waar wij zijn
gevestigd trots zijn dat wij er zit
ten. Ik hoop dat zowel het publiek
als het personeel met plezier naar
hun theaters gaan. En dat we het
publiek zo weten te boeien met
allerlei activiteiten dat ze er als
het ware een hobby bij hebben
gekregen.'
'You mustn't be afraid to dream a little bigger, darling.' (Tom Hardy als Eames in Inception)
'I just want things to be different in this house.' (Rosé Byrne als Renai Lambert in Insidious)