u In de eerste plaats werd op deze vergadering, die op 30 Juli 1923 werd voortgezet, de houding vastgesteld, welke de Bond bij de jubileumsfeesten zou aannemen. Het Hoofdbestuur werd n.1. door de vergadering gemachtigd naar omstandigheden te han delen en alleen in uiterste noodzaak tot onthouding bij de jubi leumsfeesten te adviseeren. Ook het voorstel van het Hoofdbestuur tot het organiseeren van een petitionnement tegen het ontwerp-Bioscoopwet, werd door de vergadering goedgekeurd en tevens werden aan de bestaande Commissie; uit het Hoofdbestuur de volgende heeren uit de ver gadering toegevoegd: M. J. Meyer, Loet. C. Barnstyn, S. J. Silvius en S. Vos. Deze gereorganiseerde Commissie, die eenige malen vergaderde, kwam spoedig met een groot plan voor den dag. Zij stelde aan het Hoofdbestuur voor in het begin van de maand October het petitionnement te houden. Ten einde op de meest krachtige wijze propaganda voor dit petitionnement te maken, had de Commissie zich gedacht een krant in 500.000 exemplaren in den lande te verspreiden, waarin al onze grieven, zoowel tegen het ontwerp-Bioscoopwet, als tegen alle andere maatregelen van de plaatselijke overheden, welke ons bedrijf vrijwel onmogelijk maken, zouden worden opgesomd. Daarnevens zou nog een klein filmpje worden vervaardigd, waarop onze grieven in beeld ge bracht en ons petitionnement bij het publiek aanbevolen zouden worden. Het Hoofdbestuur had zich met dit plan vereenigd op voor waarde, dat alle leden aan de samenwerking van onze krant zouden medewerken. Deze medewerking moest hierin bestaan, dat de leden, onver schillig in welke plaats zij hun bedrijf uitoefenden, hadden mede te deelen, door welke maatregelen zij in de uitoefening van hun bedrijf gehinderd en benadeeld werden. In eene aan de leden toegezonden circulaire werd verzocht een antwoord te geven op de volgende vragen: a. welken last ondervonden werd van de toepassing van art. 188 der Gemeentewet; b. welke grieven bestonden tegen het optreden van de Gemeentelijke Keuringscommissie; c. hoe hoog het percentage was van de belasting op de Publieke Vermakelijkheden; d. welk tarief voor electriciteit werd betaald en of dit

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1922 | | pagina 16