16
de behandeling van het eerste ontwerp-Bioscoopwet blijk hadden
gegeven, het bioscoop-bedrijf te gronde te willen richten.
In hoeverre deze propaganda naar buiten resultaten heeft opge
leverd, kan uit den aard der zaak heel moeilijk worden vastgesteld.
Bij de Raadsverkiezingen naderde het Hoofdbestuur nog iets
dichter het politiek terrein, waarop door de schuld van de politici
zelf het bioscoopbedrijf nu eenmaal is gebracht.
In Den Haag kwam onze afdeeling met eigen candidaten uit,
n.m. de heeren Willy Mullens en E. Viskoper Szn., terwijl op
de lijst van de Democratische Partij aldaar voorkwam de naam
van ons lid, den Heer Andrè de Jong.
Door hare flinke actie mocht de afdeeling Den Haag er in
slagen den heer Mullens in den Raad gekozen te krijgen.
Met dit succes wenschen wij der Haagsche afdeeling en in het
bijzonder onzen geachten eere-voorzitter van ganscher harte
geluk.
In Amsterdam bestonden ook aanvankelijk plannen om met
candidaten uit het bedrijf uit te komen, maar de daar gestichte
verwarring maakte eene behoorlijke uitvoering der plannen on
mogelijk.
Voor zoover bekend, kwam op een der candidatenlijsten voor
de verkiezing van den Raad der gemeente Maastricht de naam
van ons lid, den Heer W. J. van Lier voor, die niet direct gekozen
werd, maar eventueel later als plaatsvervanger in aanmerking
kan komen.
Eenige maanden vóór de verkiezingsdata had het Hoofdbestuur
eene Commissie uit zijn midden benoemd, bestaande uit dë heeren
A. van Dijk, A. P. du Mee, G. van Laeken en den Bondsadmini
strateur, aan wie als deskundigen de heeren L. van den Berg en
Schoonemans uit Den Haag waren toegevoegd, om het vraagstuk
van deelneming aan de Raadsverkiezing te bestudeeren.
De conclusie, waartoe deze Commissie in haar, aan het Hoofd
bestuur uitgebracht rapport kwam, strekte tot het niet op touw
zetten van een Bondsactie bij de Raadsverkiezingen.
Deels in afwijking van deze conclusie meende het Hoofdbestuur,
dat het wel noodig was op bescheiden schaal bij de Raadsverkie
zing leiding te geven.
Deswege richtte de Bond zich in eene circulaire tot de Raads-
candidaten met verzoek, om de belangen van het bioscoopbedrijf
bij de vervulling van het Raadslidmaatschap, wel in het oog te
willen houden.
Uit verschillende plaatsen werd ons door candidaten, die later
tot Raadslid werden gekozen, volledige steun toegezegd.