Het zal echter in de naaste toekomst een punt van studie in het
Hoofdbestuur uitmaken of bij dei e. k. Raadsverkiezingen niet
overal, voor zoover dit mogelijk is, met eigen candidaten moet
worden uitgekomen.
De noodzakelijkheid daartoe kan niet betwist worden, als men
in het oog houdt, dat in de Gemeenteraden nog altijd te weinig
aandacht aan de belangen van het bioscoopbedrijf wordt geschon
ken, gezien de houding, aangenomen tegenover de noodige ver
laging der vermakelijkheidsbelasting en de vaststelling van de
eleotriciteitstarieven, benevens vele andere vraagstukken van direct
belang voor het bedrijf.
En daar komt in de toekomst nog bij, als althans het ontwerp-
Bioscoopwet ongewijzigd mocht worden aangenomen, wat verhoed
moge worden, de gemeentelijke regelingen van keuring der films,
naast de Centrale Keuring.
De Vermakelijkheidsbelasting.
Zooals wij nog met een enkel woord in ons vorig verslag konden
melden, heeft de gemeente Veinlo in het begin van 1922 na een
strijd van \oy2 maand toegegeven, door de belasting op de Ver
makelijkheden op 20 procent terug te brengen.
't Is verheugend, thans te kunnen memoreeren, dat vrij kort
daarna de Raad der gemeente Venlo, terecht inziende dat een
percentage van 20 nog te hoog is, zonder strijd besloot, de belas
ting te verlagen tot 15 procent.
Onzen Venloschen leden alle theaters aldaar zijn bij onzen
Bond aangesloten wenschen wij met dit besluit veel geluk.
Er zijn in de afgeloopen jaren nog meer successen, zij het dan
ook zeer weinige, op het gebied der belastingverlaging te boeken.
De Rotterdamsche exploitanten wisten, dank zij eene goed op
gezette en met veel tact gevoerde actie, de belangrijkste zege te
behalen.
In Mei 1923 werd hun uitmuntende arbeid met succes bekroond,
toen de Rotterdamsche Gemeenteraad het besluit nam de belasting
van 20 op 10 procent te verlagen.
Dit besluit was inderdaad een prachtig succes, waarmede het
Hoofdbestuur indertijd den Rotterdammers van harte feliciteerde.
En thans moge hier nogmaals met groote voldoening van het
bereikte resultaat gewag worden gemaakt en tevens de hoop
worden uitgesproken, dat dit resultaat ook een groot financieel
voordeel voor het bioscoopbedrijf te Rotterdam moge opleveren.
Ook onze Haagsche exploitanten mochten het genoegen van