21
Zoo hadden de Voorzitter en de Secretaris der delegatie, Bonds
voorzitter D. Hamburger en Bondsadministrateur A. de Hoop
voor hun deel genomen de Commissies voor de propaganda,
auteursrechten en de Pers.
De Propagandacommissie zou men beter den naam van „Com
missie voor algemeene zaken" gegeven kunnen hebben, omdat
deze Commissie nagenoeg alle vraagstukken in studie nam.
Onzerzijds nam in de Commissie voor de wetgeving de heer
J. M. Franke zitting en in die der Commissie voor de Belastingen,
de heer E. de Hoop Azn.
Het Commissiewerk was het belangrijkste van het geheele
congres, hoewel niet onderschat mag worden de befeekenis voor
het bioscoopbedrijf van de officieele samenkomsten, zoowel bij de
plechtige openingszitting in de „Conservatoire National des Arts
et Métiers", als bij de receptie ten stadhuize en aan den schitte
renden feestmaaltijd in het „Palais d'Orsay".
Bij deze samenkomsten bleek, dat het bioscoopbedrijf door
de hoogste Fransche autoriteiten volledig wordt erkend en gewaar
deerd.
HooTt slechts wat de prefect van de Seine, Mr. H. Juillard, tot
de „Bioscoophouders", zooals men het hier te lande vaak min
achtend uitdrukt, heeft gezegd aan het slot van zijn, voor de bios-
copie waardeerende toespraak:
„Laat mij U van harte gelukwenschen en verder den wensch
uitspreken, dat dit Parijsche Congres de inleiding moge zijn
van een nieuw tijdperk voor het bioscoopbedrijf en dat gij
onder zeer gunstige omstandigheden steeds beter zult kunnen
vervullen de taak, waartoe gij zijt aangewezen en welke een
drieledige is, n.L: ethisch, paedagogisch en maatschappelijk."
En de President van den Parijschen Gemeenteraad zeide in zijn
speech, waarin hij zelfs liet uitkomen, dat de belastingen te zwaar
op het bedrijf drukken, en tevens de noodzakelijkheid van belas
tingverlaging bepleitte, „dat ieder er verzekerd van kan zijn, dat de
cinematografische industrie, die zoo'n eervolle plaats in de natio
nale bedrijvigheid heeft veroverd, hier beschouwd wordt als van
zeer groot belang", waarna hij de beste wenschen uitsprak voor
hare krachtige ontplooiing.
Uit de aanteekeningen, welke de secretaris der Nederlandsche
delegatie van dit Congres naar Amsterdam heeft medegenomen,
zouden nog tal van soortgelijke waardeerende bewoordingen, door
de Fransche autoriteiten geuit, kunnen worden aangehaald.
In de vakpers werd echter reeds het een en ander daaromtrent
medegedeeld en voor het overige blijven de in de Fransche hoofd-