11 een gemeentelijk bioscoopverbod tot de onmogelijkheden behoort, terwijl de centrale keuring gesplitst zal geschieden: lo. voor volwassenen, in hoeverre de films niet in strijd zijn met de goede zeden of openbare orde; 2o. voor kinderen beneden 14 jaar en voor jongelui van 14 tot 18 jaar uitsluitend op toelaatbaarheid, waarbij voor de beide groepen van personen verschillende criteria zullen worden aan gelegd. Vooral de invoering van de gesplitste keuring en wel op de toelaatbaarheid in plaats van op de geschiktheid, welke de Bond te danken heeft aan M r, H. P, M a r c h a n t, wiens amendement werd aangenomen, beteekent voor den Bond een niet te onder schatten succes, ongeacht de nadeelen, welke na de behandeling nog aan de wet verbonden bleven. 't Zag er echter naar uit, dat de door de Regeering en de Tweede Kamer met betrekking tot de oplossing van het bioscoop-vraagstuk aangevatte arbeid ook thans weer niet voltooid zou worden. Immers werd ten gevolge van den op 11 November 1925 ont- stanen kabinetscrisis al het parlementaire werk onderbroken. Wel was het ontwerp-bioscocpwet reeds in de afdeelingen van de Eerste Kamer behandeld (het voorloopig verslag verscheen ten tijde van den kabinetscrisis, n.1, op 5 December 1925) en had Minister De Geer, die grooten prijs blijkt te stellen in de tot standkoming dezer wet, reeds op 14 December d,a,v,, dus 9 dagen later, zijne memorie van antwoord ingezonden, maar de President van de Eerste Kamer meende terecht, dat zulk een wetsontwerp niet onder eene demissionaire Regeerng behandeld diende te worden. Het ontwerp werd dan ook van de agenda geschrapt en het adres, dat door den Bond op 21 December 1925 aan de Eerste Kamer was gezonden, met het verzoek om de wet niet te accep teeren, bleef dus met het wetsontwerp vocrloopig onbehandeld ter griffie van de Eerste Kamer liggen. Of het ontwerp ooit weer op de agenda zal worden geplaatst? Er waren twee perioden tijdens den kabinetscrisis, die voor het bedrijf hoopvol waren; de eerste, toen Mr, Mar- chant en de tweede toen Mr, Limburg, die indertijd lid van de Staatscommissie was en waarvan dus verwacht kan worden, dat hij tegen het huidige ontwerp gekant zou zijn, met de kabinets formatie belast waren. Noch Mr. Marchant, noch Mr. Limburg zijn geslaagd en zes weken, nadat het verslagjaar was afgesloten, werd bekend,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1925 | | pagina 13