16
vermakelijkheidsbelasting alleen dan te heffen, indien er een
bepaalde winst is gemaakt; subsidiair de vermakelijkheids
belasting tot op 10 procent te verlagen.
Uit de antwoorden, die tot het eind van het afgeloopen jaar
bij het Hoofdbestuur waren binnengekomen, blesk, dat de
gemeente Waubach de vermakelijkheidsbelasting van 15 tot 10
procent heeft verlaagd en de gemeente Hoorn tot verlaging dier
belasting van 20 op 15 besloten heeft.
De Raad van de gemeente Valkenswaard heeft zelfs tot af
schaffing der Vermakelijkheidsbelasting besloten.
De meeste Gemeenteraden, tot wie een adres was gericht,
hebben op het verzoek van den Bond afwijzend beschikt. In
enkele Raden hebben B. en W. prae-advies toegezegd of is de
behandeling aangehouden, naar medegedeeld werd, tot na de
totstandkoming van de bioscoopwet.
Het resultaat van de inleidende actie kan dus allerminst gun
stig genoemd worden.
Na deze inleiding zullen echter andere maatregelen overwogen
worden, om ten slotte toch tot de hoogst noodzakelijke verlich
ting der lasten te komen.
Intusschen werd door het Hoofdbestuur een enquête ingesteld
naar de werking van de Vermakelijkheidsbelasting, alsmede naar
de totale opbrengst daarvan in heel het land.
Omtrent die enquête zullen wellicht in het volgend jaarverslag
interessante mededeelingen gedaan kunnen worden.
Uit de tot dusver verzamelde cijfers blijkt intusschen wel over
tuigend, hoe abnormaal het bioscoopbedrijf, dat bovendien door
de personeele- en andere belastingen reeds zeer zwaar belast is,
onder absoluut ondraaglijke lasten gebukt gaat.
De tariefwet.
De in 1924 tot stand gekomen tariefwet werd in het afgeloopen
jaar in werking gesteld.
Daardoor werd weer een nieuwe last op het bedrijf gelegd. De
heffing van de invoerrechten der films geschiedt bovendien vol
komen in strijd met recht en billijkheid, zoodat in werkelijkheid
veel meer geheven wordt dan 8 van de waarde der films.
Door eene verkeerde interpretatie der wet schijnen de ambte
naren tot deze onduldbare heffing te zijn gekomen, welke vooral
voor de filmverhuurders buitengemeen nadeelig is.
Eene conferentie tusschen het Hoofdbestuur met het Bestuur
der Bedrij f saf deeling Filmverhuurders gehouden, leidde tot de