19
waren aangesloten, zich vereenigd hadden, verkreeg het Hoofd
bestuur ook met deze groep contact.
Het resultaat was, dat nagenoeg alle exploitanten zoowel uit
het Zuiden als uit het Noorden zich bij den Bond aansloten.
Echter kwam het nog niet, evenmin als dit in 1921 geschiedde,
toen het Hoofdbestuur gelijksoortige pogingen daartoe had aan
gewend, tot de stichting van de gewestelijke afdeelingen van
exploitanten,
Hoofdbestimrsvergaderingen,
Vier-en-twintig hoofdbestuursvergaderingen, welke weer allen
door den Bondsvoorzitter, den heer D. Hamburger Jr., werden
geleid, werden in 1925 gehouden.
Bovendien haddsn in den loop van het verslagjaar verschil
lende vergaderingen van het Dagelijksch Bestuur plaats.
Slechts in zes gevallen heeft het Hoofdbestuur van zijne
bevoegdheid, welke in art. 18 van de statuten aan dit college is
gegeven, gebruik gemaakt.
Vijf gevallen betroffen de overtreding van een besluit van den
Bond, waarbij in drie gevallen werd volstaan met het zenden
van eene waarschuwing, omdat gebleken was, dat de overtreding
onbewust was geschied en in twee gevallen met het opleggen
van eene boete, een voor een bedrag van 500.en één voor
een bedrag van 250.
De beide beboete leden teekenden hooger beroep aan
bij de ledenvergadering, welke zich in 1926 met de behandeling
daarvan zal hebben bezig te houden.
In het zesde geval, dat betrekking had op eene bedrijfs-
schadelijke reclame en waarvan reeds in dit verslag werd
gewaagd, heeft het Hoofdbestuur de straf van waarschuwing,
met publicatie daarvan, toegepast.
Geen enkele maal is door het Hoofdbestuur op grond van
art. 18 de boycot uitgevaardigd, en met deze mededeeling zijn
tevens alle lasterlijke aantijgingen tegen dit college, als zou voor
elke futiliteit een boycot worden uitgesproken, ontmaskerd.
Nu werd er ook herhaaldelijk gesproken van een massa-
boycot, welke ten tijde van de Amsterdamsche actie zou hebben
plaats gehad.
Ook te dezen aanzien deden de meest overdreven verhalen de
ronde. Wegens het niet betalen van steun ten behoeve van de
Amsterdamsche actie werden vanaf 1 Januari 1925 in het geheel
dertien (13) bij den Bond aangesloten bioscopen geboycot, waar-