21 die slechts gedurende een jaar het vice-voorzitterschap waarnam, komt een woord van lof toe voor hun verdienstelijk werk in het belang van de organisatie. De vergaderingen van het Hoofdbestuur werden in het afge- loopen jaar steeds door nagenoeg alle leden bezocht. De heeren J. M, Franke en I. Cohen Barnstijn, die reeds in het begin van het jaar als leden van het Hoofdbestuur ontslag hebben genomen, woonden echter de Hoofdbestuursvergaderingen niet meer bij. Ledenvergaderingen. Vijf ledenvergaderingen werden in het verslagjaar gehouden. Op 30 Maart 1925 had de jaarvergadering plaats, waarin na de behandeling van het jaarverslag en de rekening en verant woording nopens de algemeene kas en de weerstandskas, de reeds vermelde motie werd aangenomen, die aanleiding gaf tot den Hoofdbestuurscrisis. Een en ander had tot gevolg, dat de jaarvergadering werd geschorst tot 4 Mei d.a.v., waarin toen de begrooting over 1925 werd goedgekeurd, een voorstel om het Hoofdbestuur uit elf leden te doen bestaan werd aangenomen, de heer A. P. d u M e e f Amsterdam) tot vice-voorzitter, de heer S. Zondervan (Leeuwarden) tot secretaris en de heer W. P e t e r s (Venlo) tot hoofdbestuurslid gekozen werden, terwijl de heer A. v a n D ij k (Amsterdam) als hoofdbestuurslid herkozen werd. Vervolgens werden de periodiek afgetreden leden der Com missie van Geschillen", de heeren A. L. Hoogenstraaten (Utrecht) en E. ViskoperSzn. (Den Haag) herkozen, terwijl in de plaats van den heer B, D, O c h s e (Haarlem), die ontslag had genomen en aan wien thans dank wordt gebracht voor de waarneming der functie van arbiter, gekozen werd tot lid der Commissie van Geschillen" de heer H. Gerschtanowitz (Rotterdam). Ten slotte werden de minimum kosten voor de behandeling van geschillen bepaald op f 10.voor de ..Commissie van Geschillen" en ƒ30.— voor den „Raad van Beroep". De spoed-ledenvergadering, welke op 27 April werd gehouden, kan als een intermezzo beschouwd worden. In deze vergadering werd de ook reeds vermelde motie van vertrouwen in het Hoofdbestuur aangenomen. De ledenvergaderingen van 5 en 19 October waren geheel gewijd aan de bioscoopwet, waaromtrent reeds in de desbetref fende rubriek het een en ander werd gememoreerd.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1925 | | pagina 23