24
Ook werden nog namens het Hoofdbestuur besprekingen
gevoerd tusschen de heeren D. Hamburger Jr. en A. de
Hoop met de heeren voorzitter en secretaris der Gemeentelijke
Bioscoop-Commissie te Amsterdam, dit op verzoek van een lid,
dat zich door eene beslissing dier Commissie verongelijkt achtte.
Een tweetal conferenties, welke aanvankelijk in 1925 gehouden
zouden worden met de Burgemeesters van Kerkrade en Simpel-
veld in verband met het willekeurig verleenen en intrekken van
vergunningen, werden tot 1926 uitgesteld.
Diverse aangelegenheden.
Onderhandelingen werden in den loop van het afgeloopen jaar
ook gevoerd met het Olympisch Comité in verband met de inge
zette propaganda-actie ter verkrijging van het benoodigde mil-
lioen, waarbij dezerzijds medewerking werd toegezegd en ook
verleend
Het Hoofdbestuur was vertegenwoordigd bij de receptie van
de Vereeniging ,,De Amsterdamsche Pers", ter gelegenheid van
het 25-jarig bestaan dier vereeniging.
Zijne bemiddeling verleende het in eer e kwestie, die ontstaan
was tusschen den Burgemeester van Heerlen, Mr, Waszink, met
de directie van de Hollandia-Bioscoop aldaar.
Deze Burgemeester had de vergunning tot het geven van
bioscoopvoorstellingen voor een maand ingetrokken op grond
van het feit, dat de aanwezigheid van kinderen van 12 en 13f
jaar in de bioscoop was geconstateerd.
Het Hoofdbestuur mocht daarbij de voldoening hebben, dat de
Weledelachtbare Mr. Waszink, die ook bij de conferentie,
welke de heeren du Mee en A, de Hoop bij eene vroegere gele
genheid met hem hebben gehad, eene zeer welwillende houding
tegenover ons bedrijf had aangenomen, op het verzoek van het
Hoofdbestuur dit verbod tusschentijds weer heeft ingetrokken.
Eenige malen is van Bondswege een waarschuwing in de pers
gepubliceerd tegen zoogenaamde filmscholen, waaromtrent het
Hoofdbestuur mededeelingen bereikten, waaruit bleek, dat het
bestaan dier instellingen niet strookte met de waardigheid van
het film- en bioscoopbedrijf.
Het Hoofdbestuur had ook weer voortdurend contact met het
bestuur der Vereeniging van Particuliere en Gemeentelijke
Bioscoop-Commissies in Nederland", in verband met de aan
hangige bioscoopwet.
Herinnerd kan nog worden aan de besprekingen, welke gehou
den zijn met het Instituut voor Arbeiders-jeugdöntwikkeling over