Onderschrift. 28 Slotbeschouwing. Er is gelukkig een gestadige vooruitgang in den groei van den Bond te constateeren, ook al bleef het ledental stationair. Drie ën-dertig zaken sloten zich in 1925 bij den Bond aan. Deels door opheffing van verschillende zaken, zoowel bioscopen als film verhuurkantoren, deels door het bedanken van enkele leden, ging de aanwinst van nieuwe leden weer verloren en bedroeg het ledental aan het eind van het boekjaar 226. Het afgeloopen jaar was in meer dan één opzicht zeer belang rijk voor den Bond, die echter getoond heeft, zoowel ,,binnen- landsche" troebelen, als ,,buitenlandsche" aanvallen met kracht te kunnen weerstaan. Toch verlieze men niet uit het oog, dat door het aanhouden van innerlijke beroering, die te veelvuldig wordt veroorzaakt door het naar voren brengen van kleine persoonlijke belangen, de Bond ten slotte toch aan kracht naar buiten zal moeten inboeten, 't Is echter het allergrootste belang voor het geheele Neder- landsche bioscoopbedrijf, dat de positie van den Nederlandschen Bioscoop-Bond niet verzwakt wordt. En hechter kan de organisatie alleen dan worden, indien alle betrokkenen bij het bioscoopbedrijf zich oprecht voornemen in 1926, het jaar, waarin waarschijnlijk de bioscoopwet tot stand komt, die van grooten invloed kan zijn op de verdere ontwikke ling van het bedrijf, uitsluitend het groote algemeene belang van het film- en bioscoopbedrijf in het oog houden! De Bondsadministrateur, A. DE HOOP. Namens het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop- Bond, dat het in hooge mate betreurt, dat van de vroeger gevolgde gewoonte om het jaarverslag in de Algemeene Verga dering voor te lezen, wordt afgeweken, betuigt de ondergetee- kende den administrateur, den heer A. de Hoop, zijn oprechten dank voor diens buitengewone prestaties in het afgeloopen boek jaar, inzonderheid voor de samenstelling van het keurig jaar verslag. De Secretaris voornoemd, S. ZONDERVAN.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1925 | | pagina 30