Afdeeling Amsterdam. VERSLAG over het jaar 1925, uitgebracht in de Algemeene vergade ring van de Aideeling Amsterdam van den Neder- landschen Bioscoop-Bond, op Donderdag 28 Januari 1926, te Amsterdam, Mijne Heeren! Na de voor de werknemers zoo smadelijk verloren staking, welke in de eerste weken van Januari 1925 tot een voor de afdeeling succesvol eind kwam, hebben zich in het afgeloopen jaar drie hoogst belangrijke kwesties voorgedaan, waarmede het Bestuur der afdeeling zich in hoofdzaak heeft moeten bezig houden. Deze drie zaken, van zulk een groot belang voor het Amster- damsche bioscoopbedrijf, waren: lo. de verlaging der vermakelijkheidsbelasting; 2o. de verlaging der electriciteitstarieven; 3o. de stichting van een filmblad. Wat punt 1 betreft, mag het als bekend verondersteld worden, dat ook in de aan 1925 voorafgaande jaren ernstige pogingen zijn aangewend, om tot verlaging der vermakelijkheidsbelasting te komen, In het jaarverslag van 1924 wordt daar trouwens ook gewag van gemaakt en daaruit heeft men kunnen vernemen, dat alle aangewende pogingen zonder resultaat zijn gebleven. In 1925 heeft het Bestuur, daartoe helaas genoopt door de geconstateerde voortdurende verslechteringen van de bedrijfs resultaten, nog ernstiger dan ooit tevoren de beweging, om ver laging der vermakelijkheidsbelasting te verkrijgen, aangepakt. Eenige malen is met den wethouder voor de financiën, den heer F. M, W i b a u t, geconfereerd en toen bij die besprekingen de wethouder er blijk van gaf, tegenover de dezerzijds aange roerde argumenten niet meer te kunnen volhouden, dat het publiek de belasting betaalt, maar in werkelijkheid de exploi tanten, heeft de heer Wibaut eene nieuwe kwestie opgeworpen, n.1. die van de financiën. De wethouder heeft zich er bezorgd over gemaakt, waar hij het geld vandaan moet halen, dat hij bij

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1925 | | pagina 38