37
de verlaging der vermakelijkheidsbelasting zal moeten derven.
En bovendien heeft de heer Wibaut laten doorschemeren, dat
hij wel eens graag de bewijzen, als zou het bedrijf zulke slechte
zaken maken, op papier wilde hebben,
Het Bestuur heeft den wethouder dienaangaande niet lang in
onzekerheid gelaten.
Immers, nadat de besprekingen, waarvan hiervoren melding is
gemaakt, op 18 Juni 1925 met den weihouder hebben plaats
gehad en het Bestuur in den breede zijne bezwaren tegen de
huidige heffing van de vermakelijkheidsbelasting schriftelijk aan
den heer Wibaut heeft uiteengezet, is reeds op 8 September
d.a.v. in een adres aan den Raad, die juist een aanvang was gaan
maken met de schriftelijke behandeling van de begrooting 1926,
het voornemen van de afdeeling medegedeeld omtrent de spoedige
verschijning van een accountantsrapport.
De opdracht tot het uitbrengen van zulk een rapport is op 4
September aan het accountantsbureau van de heeren Elles
Hamelberg verstrekt en genoemd Bureau heeft zich met een
loffelijken ijver van deze moeilijke taak gekweten. De boek
houding van 21 theaters is in ruim een maand door de accountants
onderzocht en op 22 October is het rapport verschenen.
De cijfers, door de betrouwbare deskundigen verzameld en in
het rapport verwerkt, hebben het Bestuur de treurige bevestiging
geleverd van de reeds zoovele malen door alle leden van dit
college geschetste wantoestanden in het bedrijf.
Zij toonden aan alle autoriteiten, die het tot vóór de verschij
ning van het rapport nimmer wilden gelooven, dat een en twintig
zaken, waarin, na afschrijving van belangrijke verliezen, in den
loop der jaren geleden, nog een kapitaal van ongeveer een mil-
lioen zes honderd duizend gulden was geïnvesteerd, een winst
was gemaakt van ƒ25.524,d.i. ongeveer \x/i% van dit
kapitaal.
Neemt men daarbij in aanmerking, dat deze 21 theaters een
ontvangst hadden van ƒ3.867.921.waartegenover een uitgaaf
van 3.200.477.aan exploitatiekosten en lasten, alsmede van
ƒ641.920 voor vermakelijkheidsbelasting, dan moet wel door
ieder persoon, tot oordeelen bevoegd, vastgesteld worden, dat
zulke financieele resultaten allertreurigst zijn,
Het behoeft dan ook geen verwondering te baren, dat de
heeren Elles Hamelberg, die een voor het Bestuur angstwek
kende objectiviteit hebben betracht, zelfs tot de conclusie zijn
gekomen, dat de vermakelijkheidsbelasting een zeer zwaren druk
op de bioscooptheaters uitoefent.