42 Ten opzichte van de tweede aangelegenheid kwamen beide Besturen ook niet tot overeenstemming. Niettemin droeg de verhouding tusschen de twee afdeelings- besturen bij voortduring een allervreedzaamst karakter. Ook met het Hoofdbestuur van den Bond onderhield de afdee- ling de aangenaamste betrekkingen. De afdeeling liet zich dan ook niet onbetuigd, toen het er om ging om in het voorjaar op bevredigende wijze een eind te maken aan den Hoofdbestuurs crisis. Naar aanleiding van klachten van leden over het optreden van de belastinginspectie en van de Gemeentelijke Bioscoop commissie, heeft het Bestuur de belangen der leden bij de autori teiten behartigd, waardoor ontstane misverstanden opgelost konden worden. Het Bestuur heeft eenmaal van zijne in het Huishoudelijk Reglement verleende bevoegdheid moeten gebruik maken, om tot twee leden eene waarschuwing te richten, .naar aanleiding van de door deze leden geplaatste annonces, waarvan de inhoud, door aanstoot te geven, de waardigheid en den goeden naam van het bedrijf in de waagschaal kon stellen. Tot besluit van dit verslag moge hier herdacht worden twee gebeurtenissen van persoonlijken aard. Te herdenken heeft de afdeeling in de eerste plaats het verlies door het overlijden van een harer trouwste leden, den heer S, Kroonenberg, in leven directeur van het Scala-Theater. Met hem is een man heengegaan, wien het wel en wee van den Bond altijd ter harte ging. In tijden van tegenspoed voor den Bond werkte hij krachtig mede, totdat weer een voorspoediger periode was aangebroken en ging het den Bond goed dan ver schafte hem dit vreugde en plezier. Een werker, aan wien het bioscoopbedrijf veel verplicht is, heeft de afdeeling Amsterdam, welker Bestuur bij de begrafenis tegenwoordig was. aan den schoot der aarde toevertrouwd, met het vaste en oprechte voornemen, dat de steeds ondervonden steun van den overledene, en diens sympathiek optreden, nimmer door de afdeeling Amsterdam zal worden vergeten. Ten tweede heeft de afdeeling te herdenken de welverdiende onderscheiding, welke aan het eind van 1926 aan den voorzitter der afdeeling Amsterdam, den heer A. P. du Mee, is verleend.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1925 | | pagina 44