46
is. Een woord van dank aan de politie-autoriteiten en in het
bijzonder aan inspecteur Nieuwenhuis is hier zeer zeker op zijn
plaats.
Het Bestuur wil hier nogmaals vaststellen, dat een Haagsche
Afdeeling wel terdege reden van bestaan heeft. Ware zij er tijdens
de staking niet geweest, dan zouden de gevolgen voor de exploi
tanten niet te overzien geweest zijn.
Overeenkomstig a r t 16 der statuten van den Nederlandschen
Bioscoopbond treedt jaarlijks 1/3 der in functie zijnde bestuurs
leden af. Volgens rooster is thans aan de beurt de heer Alter,
terwijl de Voorzitter, de heer I. Cohen Barnstijn, heeft mede
gedeeld, niet langer meer het voorzitterschap te kunnen
waarnemen.
De Voorzitter,
I. COHEN BARNSTIJN.
De Secretaris,
E. ALTER.
's-Gravenhage, Februari 1926,