2o. althans te verwerpen de artikelen 4, 19 en 22 (o.a. het bioscoop-verbod) 3o. wijzigingen aan te brengen, vooral in artikel 16 (criteria voor de keuring en geen keuring voor volwassenen). Er gebeurde, wat algemeen verwacht werd. Het voorstel- Rutgers moest beschouwd worden als verkiezings-parade. De anti-revolutionaire en christelijk-historische kiezers kon den nu door hunne voormannen, die intusschen het verkiezings pad waren opgegaan, gerustgesteld worden met de verklaring, dat als 't aan hen lag, de maatregelen tegen het bioscoopgevaar" al lang genomen zouden zijn. Waarbij zij wijselijk verzwegen, dat het ook aan hen was te wijten, dat het eerste ontwerp-Ruys, hetwelk zij hielpen verwer pen, nooit wet is geworden. Intusschen hadden de verkiezingen tot resultaat, dat wederom een Coalitie-kabinet optrad, thans onder leiding van Minister Colijn. En blijkbaar om te demonstreeren hoe hecht de coalitie nog in elkaar zat, ondanks de afbrokkeling bij de Kamer-verkiezin gen, werd reeds in één der eerste zittingen van de nieuwe Tweede Kamer besloten het altijd nog aanhangige ontwerp- bioscoopwet op 13 October 1925 in behandeling te nemen. Het was toen reeds eind September en er bleef dus weinig tijd voor bet Hoofdbestuur over, om lang beraad te houden over de te nemen maatregelen. In de Hoofdhestuursvergadering van 21 September 1925 werd besloten in een uitvoerig adres alle bezwaren tegen het wets ontwerp gedocumenteerd ter kennis van de Tweede Kamer te brengen. Dit besluit werd echter spoedig door de feiten achterhaald, want toen het adres in ontwerp gereed was, gewerd ons de tijding, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken, J h r. M r. d e Geer, het tweede ontwerp-Ruys weer belangrijk gewijzigd had. De veranderingen kwamen in hoofdzaak hierop neer, dat de door Minister Ruys de Beerenbrouck op aandrang van ons Hoofdbestuur aangebrachte verbeteringen weer waren terug genomen. Het wetsontwerp-De Geer behelsde in groote lijnen: lo. dat onder algemeen bepaalde voorwaarden, betrekking hebbende op de veiligheid, gezondheid en zedelijkheid, door B. en W. en dus niet meer zooals tegenwoordig door den Burgemeester alleen eene schriftelijke vergunning wordt ver-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1925 | | pagina 9