12
Deze benoeming, die na het verschenen boekjaar ia afgekondigd,
doch waarmede reeds thans den heer Hamburger van harte
worde geluk gewenscht, is een feit, waaraan in het volgende jaar
verslag ongetwijfeld een beschouwing zal worden gewijd, evenals
aan alle andere snel opeenvolgende feiten, welke op het tijdstip,
waarop dit verslag wordt uitgebracht, reeds zijn gepasseerd en
die allen in het nauwste verband staan met de belangrijke werk
zaamheden, welke van Bondswege met het oog op de voorbe
reidingen tot de uitvoering van de bioscoopwet zijn verricht.
Naast de verkregen erkenning heeft de Bond door het op
treden van het Hoofdbestuur in 1927 weten te bereiken, dat het
vergunningsrecht (door de Staatscommissie vastgesteld op resp.
ƒ60.—, ƒ120—, ƒ180.— en ƒ240— per jaar, naar gelang van
de grootte der gemeenten) uniform op ƒ25.per jaar voor elk
bioscooptheater is bepaald.
Verder werd het keuringsrecht, aanvankelijk op acht cent per
meter voor herkeuring bepaald, teruggebracht tot vier cent per
meter, met de bepaling, dat indien de filmverhuurder bij de her
keuring zijner film in het gelijk wordt gesteld, restitutie van het
voor de herkeuring betaalde recht kan worden verkregen.
En bovendien werd ten aanzien van het keuringsrecht, hetwelk
voor het eerste jaar op vier cent per meter bepaald moest blijven,
definitief toegezegd, dat indien de kosten der keuring zouden
meevallen, waarop het streven van den voorzitter der Centrale
Commissie zal zijn gericht, het volgend jaar eene verlaging
van het keuringsrecht kan worden tegemoet gezien.
Voldaan werd aan het verlangen van het bedrijf betreffende
de apparaten, die niet zooals de Staatscommissie het wenschte
voorzien zullen zijn van een terugloopinrichting, waardoor ge
lukkig de kans op beschadiging der films aanmerkelijk vermin
derd is.
Vereenvoudiging der keuring en besparing van kosten zullen
verkregen worden, doordat nu bepaald is, dat voor het keuren
van journaals e.d. de keuringscommissies niet bijeengeroepen be
hoeven te worden, doch de voorzitter met de keuring van deze
filmpjes kan worden belast.
De beoalingen omtrent de extra-betaling voor de ooedkeu-
ringsmerken van het reclame-materiaal en voor de afgifte van
keuringskaarten, zijn geschrapt.
De keuring van het reclame-materiaal zal in den regel door
de sub-commissie, die de daarbij behoorende film heeft gekeurd,
geschieden, zoodat de speciale Commissies voor de keuring van