14
Desniettemin heeft het Hoofdbestuur zich hier en daar. waar
direct ingrijpen noodig was, wel geweerd.
De Raad van de Gemeente TIEL werd n.1. plotseling voor eene
beslissing gesteld over een door B. en W. van deze gemeente aan
hangig gemaakt voorstel tot invoering eener vermakelijkheidsbelas-
ting tot een percentage van 20. Juist op tijd was het Hoofdbestuur
er bij, om de raadsleden in een lijvig adres te kunnen wijzen op de
bezwaren, welke tegen het voorstel van het Gemeentebestuur zijn
in te brengen.
Teneinde naar de gegrondheid dezer bezwaren een onderzoek in
te stellen, besloot de Raad eene commissie te benoemen, die zoo-
als het meermalen met dergelijke studiecommissies pleegt te gaan
na dien niets meer van zich heeft laten hooren.
In den Gemeenteraad van ZAANDAM wist eene toevallige
meerderheid de voor eenige jaren verkregen verlaging der belasting
op 10 pCt. weer ongedaan te maken, door met 10 tegen 9 stemmen
een voorstel aan te nemen tot verhooging van de heffing tot 15 pCt.
Met het zenden van een adres aan den Raad heeft het Hoofdbe
stuur zeer tot zijn leedwezen geen succes gehad.
In DEN HELDER wisten de aldaar wonende bioscoopdirecteu
ren, zonder medewerking van den Bond, welks Hoofdbestuur zelfs
niets daaromtrent hoorde, eene verlaging der vermakelijkheidsbelas-
ting van 25 op 20 pCt. in den Raad aangenomen te krijgen.
Kort na het accepteeren der belastingvermindering door den
Helderschen Gemeenteraad, dienden B. en W. aldaar andermaal
een voorstel nopens de vermakelijkheidsbelasting in, niet echter om
het heffingspercentage nog verder te verlagen, maar om het weer
terug te brengen op 25 pCt.
Gebleken was, dat Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
bedenkingen hadden geopperd tegen de goedkeuring der verorde
ning inzake de belastingvermindering en een en ander was voor
B. en W. aanleiding het besluit van den Raad weer ongedaan te
maken.
Eén dag, voordat de behandeling van het tweede voorstel in den
Raad zou plaats hebben, werd het Hoofdbestuur van het gebeurde
in kennis gesteld, doch toen was het te laat, om nog stappen te
kunnen doen, welke tot eenig resultaat zouden hebben kunnen
leiden. Wel zond het Hoofdbestuur een uitvoerig telegram aan den
Raad met verzoek het eerste raadsbesluit betreffende de belasting
vermindering te handhaven, maar de Raad ging op bevel van Ge
deputeerde Staten overstag en vernietigde zijn vroeger genomen
besluit.
Een en ander geschiedde in de maanden Mei en Juni 1927, doch