19
de Bondsvoorzitter tot de conclusie, dat niet ten volle gerekend
kon worden op de medewerking van een groep der belanghebben
den en dit was voor ons Hoofdbestuur aanleiding de verdere stap
pen uitsluitend in het belang van de belanghebbenden bij het
bioscoopbedrijf te doen.
Eerst werd een conferentie aangevraagd met den Burgemeester
van Leiden, die op 29 September eene deputatie uit het Hoofd
bestuur ontving.
De dezerzijds geleverde bestrijding van de door den Burge
meester gehuldigde opvatting betreffende de toepassing der Zon-
dagswet vond bij dezen diplomaat", die angstvallig verzweeg
hoe zijn persoonlijk inzicht was, een overigens sympathiek gehoor.
Of in de toekomst anders te Leiden gehandeld zou worden, was
een vraag, welke de Burgemeester aan het college van B. en W.,
hetwelk volgens hem uitsluitend daartoe bevoegd is, (ook
omtrent deze bevoegdheidsvraag bestaan hier te lande onderschei
dene meeningen) ter beoordeeling zou voorleggen.
Breedvoerig heeft daarop het Hoofdbestuur in een request aan
Burgemeester en Wethouders van Leiden het verzoek van den
Bond, om ook in deze gemeente, zooals dit in alle andere gemeen
ten het geval is, toe te staan, dat zoowel op de Zondagmiddagen,
als op de feestdagen openbare bioscoopvoorstellingen mogen wor
den gegeven, verdedigd.
Dit breed gemotiveerd verzoek werd evenwel door B. en W.
afgewezen met de mededeeling, dat er vooralsnog geen aanleiding
toe bestaat, van den bestaanden toestand af te wijken.
Ook hierin heeft het Hoofdbestuur voorloopig berust, uit over
weging, dat onder de werking van de bioscoopwet deze hindernis
te Leiden wel uit den weg zal worden geruimd.
Het voorbeeld van de Sleutelstad was bijna gevolgd door een
andere Universiteitsstad, n.1. de gemeente Wageningen, waar door
de R. K. Paroche geestelijkheid, de kerkeraden der Nederduitsch
Hervormde Gemeente en der Gereformeerde Kerk daar ter plaatse
het verzoek tot den gemeenteraad gericht was, om ook op grond
van de oude Zondagswet de bioscoopvoorstellingen op Zondagen
te beperken.
In een onderhoud met B. en W. van Wageningen heeft een
deputatie uit het Hoofdbestuur dit adres der geestelijkheid met
klem bestreden, terwijl de motieven van den Bond nog eens in
een request aan den Raad werden uiteengezet.
Het Hoofdbestuur slaagde erin B. en W. aan de zijde van den
Bond te doen scharen en hieraan is het mede te danken, dat ook