29 Ondertusschen zijn de opname-rechten aan eene buitenlandsche onderneming verpacht. Indien hiervan het gevolg mocht zijn, dat de Nederlandsche filmfabrikanten en bioscoop-ondernemingen gedu peerd zullen worden, dan zal het Hoofdbestuur, dat zich hierop vol komen heeft voorbereid, niet nalaten, ter bescherming van onze leden, met ingrijpende voorstellen bij de ledenvergadering te komen. Ledenvergaderingen» Slechts twee ledenvergaderingen werden er in het afgeloopen jaar gehouden, welke beiden een rustig en aangenaam verloop hadden. Op 31 Januari had eerst eene buitengewone ledenvergadering plaats, waarin de toenmalige Bondsvoorzitter, de heer A. P. du Mee, mededeeling deed van de toen aangeknoopte onderhande lingen met den buiten onze rijen staanden „Bond van Bioscoop theaterdirecteuren", waaromtrent hij echter geen verdere inlichtin gen kon geven. Hij en de ingewijden wisten evenwel toen, dat de laatste dagen van deze .afgescheiden" vereeniging geteld waren en nu weet iedereen het, dat buiten den Nederlandschen Bioscoop- Bond, die het geheele film- en bioscoopbedrijf in Nederland omvat, geen andere organisatie meer bestaat. Het afgeloopen jaar heeft aan elke tweespalt, hoe gering deze op zich zelf ook geweest moge zijn en hoe weinig de Nederlandsche Bioscoop-Bond er door ge deerd werd, voor goed laat ons dit althans hopen een eind gemaakt. In deze ledenvergadering, die dus in elk opzicht in het teeken van de eenheid stond, werd na een korte discussie het door het Hoofd bestuur uitgebracht rapport omtrent het in 1926 te Parijs gehouden internationaal Congres voor de cinematografie goedgekeurd en de delegatie, die den Bond vertegenwoordigd had, voor haar beleid gedechargeerd. Vervolgens werd in de „Algemeene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films" een formeele wijziging aangebracht, aansluiten de op de tot stand gekomen herziening van de Statuten en ten slotte werd het concept-Huishoudelijk Reglement, over welks samenstel ling in 1926 levendig was gedebatteerd, thans, zonder noemens waardige discussie, met algemeene stemmen goedgekeurd. Op 28 Maart werd de Jaarvergadering gehouden, waarin zoo- als gebruikelijk het jaarverslag en de rekening en verantwoording over 1926 werden goedgekeurd, evenals de begrooting voor 1927. Een nieuwe contributie-regeling, aan de hand van de gewijzigde Statuten, die de mogelijkheid openen, de contributie in zeven klas sen te heffen, werd ingevoerd, waarbij ter tegemoetkoming aan een

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1927 | | pagina 30