36 100.— wegens het onrechtmatig uitlokken van een leverings verbod. Twee appèl-zaken waren bij de jaarwisseling nog in behandeling. De behandeling van één geschil, waarbij de voorzitter van den „Raad van Beroep" als partij betrokken was, geschiedde onder leiding van den heer D. Hamburger Jr. te Utrecht, die door den Raad tot plaatsvervangend voorzitter was aangewezen. Slotbeschouwing» De in 1926 voorbereide organisatorische consolideering heeft in het afgeloopen jaar, nadat de gewijzigde statuten bij Koninklijk Besluit van 19 Januari 1927 zijn goedgekeurd, haar beslag ge kregen. Innerlijk heeft de Bond hierdoor aan kracht gewonnen, hetgeen ook blijkt uit de voortdurende toeneming van het ledenaantal. Niet minder dan 35 nieuwe leden, vertegenwoordigende 30 bioscooptheaters, 6 filmverhuurkantoren en één film mportzaak, traden tot den Bond toe en het ziet er naar uit, dat aan het eind van het thans ingetreden jaar de enkele film- en bioscoop-onder nemingen, die thans nog niet aangesloten zijn, zich in den Bond vereenigd zullen hebben. Met de toeneming van zijn innerlijke kracht en de daaraan gepaard gaande uitbreiding van zijn uiterlijke macht, stijgt in hooge mate de verantwoordelijkheid, welke de Bond te dragen heeft. Van deze zijne verantwoordelijke positie is de Nederlandsche Bioscoop-Bond, die thans geworden is de representant van het geheele Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf, zich ten volle bewust. Het Hoofdbestuur hoopt vurig, dat de moeilijke arbeid, dien de Bond ook na de eerste tien jaren van zijn bestaan te ver richten zal hebben, zal strekken tot zegen van allen, die in het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf werkzaam zijn!

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1927 | | pagina 37