Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders.
VERSLAG
over het jaar 1927 uitgebracht op de Algemeene Leden
vergadering der afdeeling, gehouden te Amsterdam op
Zaterdag den 11 den Februari 1928.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 24 van ons Huis
houdelijk Reglement, hebben wij het genoegen U verslag uit te
brengen over het jaar 1927, het vijfde van het bestaan onzer
Afdeeling,
Gedurende het jaar 1927 nam de Tariefwet en Bioscoopwet een
belangrijken tijd in beslag. Meermalen hadden tusschen het Hoofd
bestuur en ons Bestuur vergaderingen plaats met betrekking tot de
met 1 Maart 1928 in werking tredende Bioscoopwet, in welke
vergaderingen ons Bestuur er bij het Hoofdbestuur steeds op aan
gedrongen heeft, om bij het verstrekken van adviezen aan de
Regeering steeds het groote belang der filmverhuurders voor oogen
te houden.
In verband met de uitvoering van de Tariefwet heeft ons Be
stuur zich met een bekwaam rechtskundige in verbinding gesteld.
Er zullen pogingen in het werk gesteld worden, om te trachten
films tegen copie-prijs ingeklaard te krijgen, terwijl dan tevens
gepoogd zal worden restitutie van het te veel betaalde te ver
krijgen.
Onze Afdeeling voorziet nog steeds in een dringende behoefte,
hetgeen mag blijken uit onderstaanden staat van aangevraagde
roode kaarten vanaf het begin onzer Afdeeling tot op heden.
Er werden aangevraagd in de jaren:
1923: 687 roode kaarten,
1924: 864 roode kaarten,
1925: 1358 roode kaarten,
1926: 1763 roode kaarten,
1927: 2136 roode kaarten.
Algemeene zaken.
Tengevolge van de buitengewoon vele roode kaarten en leve
ringsverboden, met daaraan verbonden correspondentie breidde
de administratie zich over het afgeloopen jaar zeer uit. Bovendien