Afdeeling Amsterdam.
VERSLAG over het jaar 1929, uitgebracht in de Alge-
meene Vergadering van de Afdeeling Amsterdam van
den Nederlandschen Bioscoop-Bond, gehouden op Don
derdag 13 Februari 1930, ten kantore van den Neder
landschen Bioscoop-Bond te Amsterdam.
Het bioscoopconflict in het Zuiden, dat bijna een half jaar ge
duurd heeft, heeft vanzelfsprekend invloed geoefend op de werk
zaamheden van de Afdeeling, die als niet-onbelangrijk deel van den
Bond voor het verloop ervan niet onverschillig kon blijven.
Dat ten slotte de afloop van dit conflict den Bond veel reden
tot genoegdoening heeft gegeven is een bron van vreugde voor de
afdeeling, wier leden niet alleen door hun financieelen steun maar
meerendeels ook door hun daadwerkelijk betoonde solidariteit met
de collega's in het Zuiden het door den Bond beoogde doel hebben
helpen verwezenlijken.
Spijtig is het, dat een tweetal leden, waaronder zelfs de oud-
voorzitter van de afdeeling, een campagne hebben pogen op touw
te zetten, welke voor den Bond zonder twijfel nadeelige gevolgen
gehad zou hebben, ware 't niet, dat de ledenvergadering van den
Bond bijtijds heeft weten in te grijpen om het onwaarachtig streven
dier heeren te doen falen.
Het jaar 1929 is overigens, wat het afdeelingswerk betreft, be
trekkelijk rustig geweest.
Op initiatief van het Bestuur der afdeeling Rotterdam zijn be
sprekingen gevoerd over de nog altijd kostbaar geachte advertentie
tarieven.
De publiciteit in het algemeen, niet het minst de wijze waarop in
persbeschouwingen over het filmwezen blijk gegeven wordt van
een nog altijd heerschende te geringe waardeering jegens de bio-
scopie, heeft meermalen de aandacht van het Afdeelingsbestuur
gevraagd.
121
