Dit jaar deed zich ook het euvel gevoelen van de door verschil lende vereenigingen georganiseerde Zondagochtend-bioscoopvoor stellingen, die een zuiver amusementskarakter droegen. Het zal dan ook in de toekomst noodzakelijk zijn, dat onze afdeeling ingrijp" tegen deze ingewoekerde ziekte, die parasiteert op ons bedrijf. Op het eind van het jaar mochten wij weder onze medewerking verleenen voor de collecte van de Stichting ,,Bio-Vacantieoord" en wel met goed resultaat. Bij alle jubilea, feesten enz. gaf de afdeeling blijk van hare be langstelling. Wij meenen nog even in herinnering te moeten brengen de nieu- we financieele regeling van den Ned. Bioscoop-Bond, waardoor de afdeeling de haar toekomende 25 van de contributie dit jaar heeft moeten missen. Zulks heeft tot gevolg dat wij de financieele positie der afdeeling grondig moeten herzien. Het aantal leden van onze afdeeling bedraagt thans vijftien, zijnde de navolgende theaters: Asta Theater, Corso Theater, Centraal Theater, Cinema Royal, City Theater, Colosseum Theater, Grand Theater, Luxor Palast, Olympia Theater, Ooster Theater, Prinses Theater, Theater Scala. Transvalia Theater, W. B. Theater, Thalia Theater. Aan het slot van dit verslag dient nog vermeld, dat het Bestuur in de vergadering van Februari 1929 als volgt werd samengesteld: André de Jong, Voorzitter; S. den Hartogh, Secretaris; P. Ver meer, Penningmeester; H. Bollongino, Vice-Voorzitter; K. Weis bard, gedelegeerde. Het Bestuur van de Afdeeling Rotterdam van den Nederlandschen Bioscoop Bond, S. DEN HARTOGH, Secretaris. Rotterdam, Januari 1930. 127

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 121