het bioscoopbedrijf begrepen is, waarvoor de heer Desmet ingevolge het bepaalde in art. 1 van de bioscoopwet een vergunning he3ft, zoodat hij geen afzonderlijke vergunning voor het doen uitvoeren van variété-nummers behoeft, heeft de Kantonrechter zooals te verwachten was gunstig beschikt. Zooals in het vonnis van den Kantonrechter (zie bijlage C) betoogd wordt, is er voor het doen uitvoeren van variété-nummers in een bioscoopvoorstelling geen afzonderlijke vergunning noodig. Z.Edelachtbare overwoog o.m, dat de bewuste verordening, voor zoover het betreft variété-voorstellingen bij of ter afwisseling van bioscoopvoorstellingen bindende kracht mist op grond van art. 151 der Gemeentewet. Voor het Kantongerecht te Venlo werd een dergelijk geval be handeld. Ook toen vroeg de ambtenaar van het O. M., dezelfde die bij het Kantongerecht te Eindhoven de zaak voorgedragen had, ontslag van rechtsvervolging. De Kantonrechter van Venlo achtte het ten laste gelegde echter wel strafbaar en veroordeelde den exploitant van het Grand Theater aldaar tot een geldboete van zes gulden, subs. zes dagen hechtenis. Z. Edelachtbare overwoog in zijn vonnis o.m., dat, hoe de bioscoopwet ook moge worden geïnterpreteerd, de drankwet hiernaast staat en al hare bepalingen hare volle kracht hebben behouden, alzoo ook dat de gemeenteraad bevoegd is ingevolge artikel 135 der gemeentewet verordeningen te maken op de ver- gunningslocaliteiten. In hooger beroep heeft echter de Rechtbank te Roermond het vonnis van den Kantonrechter te Venlo vernietigd en evenals in de zaak-Eindhoven den exploitant van het Grand Theater te Venlo ontslagen van alle rechtsvervolging. De Eindhovensche zaak heeft nog in hooger beroep gediend voor de Rechtbank te 's Hertogenbosch, die, na verdediging door den heer mr. G. E. P a s s t o o r s uit Tilburg, die ook in de Ven- losche zaak gepleit heeft, het vonnis van den Kantonrechter te Eindhoven bevestigd heeft. Aangezien tegen de laatste beslissing geen cassatie beroep inge steld is, is het door de Bossche Rechtbank bekrachtigd vonnis van den Kantonrechter te Eindhoven in kracht van gewijsde gegaan, zoodat ook de z.g. variété-kwestie „uitgeprocedeerd" geacht kan worden. Vandaar dat dit vonnis onder bijlage C ter raadpleging achteraan in het verslag is opgenomen. 18

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 18