BIOSCOOPCONFLICT IN HET ZUIDEN, De ontmoeting tusschen den Ambtenaar van het Openbaar Ministerie met den Bondsadministrateur in de rechtszaal van Eind hoven op den lOen April dient beschouwd als een voorpostenge vecht ter inleiding van den grooten strijd, die gedurende meer dan een half jaar gestreden is tusschen den Nederlandschen Bioscoop- Bond met de „Vereeniging van Noord-Brabantsche en Limburg- sche Gemeenten voor Gemeenschappelijke Filmkeuring", gevestigd te Eindhoven. Reeds het vorig jaaroverzicht liet doorschemeren, dat het zich liet aanzien, dat de Burgemeesters in het Zuiden ondanks het geleden échec met de door de Kroon niet-goedgekeurde verorde ningen, welke een gedwongen centrale filmnakeuring regelden, het centrale nakeuringsidee niet zouden loslaten. Enkele dagen vóór den Nieuwjaarsdag1929 was dit trouwens den Bond reeds gebleken uit een bericht in de dagbladen, meldende, dat na 16 Januari 1929 geen films in de gemeenten, welke bij boven genoemde Zuidelijke Vereeniging" aangesloten waren, vertoond mochten worden, welke niet door het te Amsterdam gevestigd keuringskantoor dier Vereeniging voor het Zuiden toelaatbaar geacht waren. Na lezing van dit persbericht werd onmiddellijk telegrafisch een onderhoud aangevraagd met het Bestuur der Zuidelijke Ver eeniging, dat reeds op den 2en Januari de vertegenwoordigers van het Hoofdbestuur op het Raadhuis te Eindhoven ontving. Instelling van een centrale filmnakeuring. In deze conferentie deelde het Bestuur der Zuidelijke Vereeni ging mede, dat de Besturen der aangesloten gemeenten met grooten nadruk er op aangedrongen hadden om onverwijld tot het instellen van een centrale film-nakeuring over te gaan. Onzerzijds werden bezwaren zoowel van wettelijken als practi- schen aard tegen zulk een nakeuring naar voren gebracht. Niemand minder dan de toenmalige Minister van Binnenland- sche Zaken en Landbouw, de heer mr. J. B. K a n had in zijn brief aan de gemeentebesturen in het Zuiden, gedateerd 29 Februari 1928 (als bijlage D achteraan in het verslag opgenomen), de be zwaren van wettelijken aard tegen een gedwongen centrale film nakeuring uiteengezet. De delegatie van den Bond liet buitendien uitkomen, dat de prac- tische moeilijkheden verbonden aan een gedwongen centrale film- 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 19