de stand van zaken was met betrekking tot de z.g. Zuidelijke keu ring en de verhouding van den Bioscoopbond tot de Zuidelijke Vereeniging. In een uitvoerig schrijven, d.d. 24 Januari 1929 gaf het Hoofd bestuur den Minister de gevraagde uiteenzetting. Inmiddels had het Hoofdbestuur den leden in de Zuidelijke Ge meenten met het oog op de uitvoering van de besluiten der des betreffende college's van B. en W. de noodige instructies gegeven. Aan de hand hiervan hadden de bioscoopexploitanten in het Zuiden wekelijks de door hen te vertoonen films, zulks op grond van de bestaande ,,nakeuringsverordeningen", ter keuring aan de colleges van B. en W. aangeboden. Het grootste aantal der bij de Zuidelijke Vereeniging aange sloten gemeentebesturen ging op dit aanbod niet in, ondanks het feit, dat de meeste films, welke vertoond moesten worden, nog niet gekeurd waren. Aangezien niet-gekeurd bij de gemeentebesturen gelijk stond met afgekeurd, waren de bioscoopexploitanten, die geen goedgekeurd filmmateriaal ter beschikking hadden, gedwongen, wilden zij al thans hun bioscopen niet sluiten of uitsluitend de A- en B-films draaien, waaronder zich uiteraard niet de sterkste filmwerken bevinden, ook die films te vertoonen, welke volgens de hiervoor aangehaalde besluiten van de college's van B. en W. nog niet aan de nakeuring van de Zuidelijke Vereeniging onderworpen geweest waren. Waarschuwingen en schorsingsbesluiten. Als antwoord hierop ontvingen de bioscoopexploitanten in 12 van de 24 bij de Zuidelijke Vereeniging aangesloten Gemeenten van hun resp. Gemeentebesturen de schriftelijke waarschuwingen, als bedoeld in artikel 10 der bioscoopwet, waarop de leden in het Zuiden van hun kant schriftelijk protesteerden tegen deze h.i. ongemotiveerde waarschuwingen. Toen aan de waarschuwingen geen gevolg werd (kon worden) gegeven, volgden in verschillende gemeenten, nadat de exploitan ten te dier zake waren gehoord, de schorsingsbesluiten. Het geschil was nu een stadium ingetreden, rijp om door de bij de wet aangewezen instantie beslecht te worden. Beroep op Gedeputeerde Staten, Toen dan ook het eerste schorsingsbesluit op 13 Februari 1929 22

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 22