ègfl motie aan, waarin bevreemding werd uitgesproken, dai hel Bestuur der Zuidelijke Keuringsvereeniging de onderhandelin gen had doen mislukken en waarin op hervatting der onderhan delingen aangedrongen werd. Ook verschillende Burgemeesters waren niet bijster te spreken over de afwijzing van het bemiddelingsvoorstel-Van Staveren en tot die ontevredenen behoorde o.m. de heer M. F. G. M. V a n Grunsven, Burgemeester van de gemeente Heerlen, die zich veel moeite gaf partijen tot elkaar te brengen. Z.Edelachtbare slaagde er na vele besprekingen ten slotte in een toenadering tusschen partijen tot stand te brengen. Toen hij zoover gevorderd was nam Burgemeester van Gruns ven het initiatief tot het bijeenroepen van een gemeenschappelijke conferentie. Den heer Van Staveren zocht Z.Edelachtbare aan de leiding op zich te nemen van de conferentie, die op 29 Augustus 1929 op het Raadhuis te Eindhoven plaats vond. In deze bijeenkomst werden van weerszijden voorstellen gedaan. Het Bestuur der Zuidelijke Vereeniging verklaarde zich bereid de filmkeuring niet alleen meer in Amsterdam, maar ook in Den Haag en Rotterdam te doen plaats hebben, terwijl het verder in een nader aan te wijzen plaats in het Zuiden een instituut in het leven wilde roepen, waar de films, waarvan de eerste vertooningen niet in de drie hoofdsteden hebben plaats gehad, gekeurd konden worden. Bovendien wilde de Zuidelijke Vereeniging een herkeuringscom missie vormen, bestaande uit leden van het Bestuur der Vereeni ging en eenige terzake bevoegde personen, die op verzoek van be langhebbenden de afgekeurde films zouden herkeuren. Door deze regeling aldus meende het Bestuur der Zuidelijke Vereeniging zou de Ned. Bioscoop-Bond den waarborg krijgen, dat zooveel mogelijk alle films gekeurd zouden worden, terwijl geen vrees behoefde te bestaan voor het lichtvaardig afkeuren van films. Van de zijde der Bondsdelegatie, die het voorstel der Zuidelijke Keuringsvereeniging onaanvaardbaar achtte, werd het volgende voorgesteld: ,,In eerste instantie worden de films in Amsterdam, 's-Graven- hage en Rotterdam in centraal verband gekeurd. De goedgekeurde films mogen worden vertoond in alle bij de Zuidelijke Vereeniging aangesloten gemeenten. „Ten aanzien van de afgekeurde films moet aan de exploitanten 33

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 33