in het Zuiden het recht gegeven worden, deze opnieuw door een plaatselijke keuringscommissie te laten nakeuren. „Nieuwe films, welke niet in centraal verband gekeurd mochten zijn, worden plaatselijk nagekeurd, zoolang zij althans niet in cen traal verband goedgekeurd zijn." Tegen dit voorstel van de Bondsdelegatie werden door het Be stuur der Zuidelijke Vereeniging bezwaren hoofdzakelijk van principieelen aard naar voren gebracht. Alleen de Burgemeester van Heerlen, de heer Van Gruns- ven, die de bijeenkomst bijwoonde, en de voorzitter der conferen tie, de heer Van Staveren achtten de door de Bondsdelegatie aan de hand gedane oplossing wel acceptabel. Heel lang werd over het voorstel van den Bond beraadslaagd en het slot was, dat de conferentie uiteenging onder de afspraak, dat de partijen hun decisie binnen enkele dagen aan den conferentie voorzitter zouden meedeelen. Zooals tijdens het conflict herhaaldelijk was geschied, pleegde het Hoofdbestuur ook nu weer onmiddellijk na de in Eindhoven plaats gehad hebbende conferentie overleg met de afdeelingsbe- sturen, die immers het vertrouwen van hun leden genieten en aan wier oordeel de Bondsleiding steeds groote waarde hecht. Allen waren het er over eens, ook de belanghebbende leden in het Zuiden, die het Hoofdbestuur geraadpleegd had dat het voorstel der Zuidelijke Vereeniging niet te aanvaarden was, hoewel men in het feit, dat dit voorstel gedaan was door de tegenpartij, die hiermede dus erkende, dat de nakeuringsregeling welke het conflict veroorzaakt had ondeugdelijk was, de rechtvaardiging van onze actie zag. Na het gepleegde overleg liet het Hoofdbestuur den heer Van Staveren bij schrijven van 3 September weten, dat de Nederland- sche Bioscoop-Bond de overtuiging had, dat de aanvaarding van het door de Bondsdelegatie op 28 Augustus gedane voorstel tot een goede oplossing van het bioscoopconflict in het Zuiden kon leiden. Van het Bestuur der Zuidelijke Vereeniging had de heer Van Staveren een brief ontvangen, waarin meegedeeld werd, dat de ledenvergadering dier Vereeniging besloten had niet te kunnen ingaan op het voorstel van den Bioscoop-Bond, doch bereid was op nieuw met het Hoofdbestuur van dien Bond te confereeren ter be spreking van een door het Bestuur der Vereeniging ingediend 34

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 34