47
BELASTING VAN HET BEDRIJF.
Er is geen bedrijf in Nederland, dat zoo zwaar onder de druk
kende lasten van verschillende heffingen gebukt gaat als het film
en bioscoopbedrijf.
Naast den druk van de overigens toch al hoog opgevoerde be
lastingen, welke voor alle burgers en bedrijven in Nederland gel
den, wordt het bioscoopbedrijf getroffen door:
a. Vermakelijkheidsbelasting;
b. Personeele Belasting;
c. Verschuldigdheid van keuringsrechten; en
d. Verschuldigdheid van invoerrechten.
De Vermakelijkheidsbelasting.
Nog steeds zijn er twee gemeenten in ons land, m.n. Heerlen
en S i t t a r d, waar het heffingspercentage van de Vermakelijk
heidsbelasting 30 bedraagt, terwijl ook in enkele gemeenten nog
25 pet. aan Vermakelijkheidsbelasting opgebracht moet worden.
Het algemeen geldend percentage, vooral in de groote steden,
is echter 20; in een aantal gemeenten wordt 10 of 15 pet. aan Ver
makelijkheidsbelasting geheven.
Daargelaten nu, dat in het algemeen een heffing van Vermake
lijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen (ook op tooneeluitvoe-
ringen, concerten en voorstellingen van gepast vermaak) onrecht
vaardig en als een aanslag op de volkscultuur beschouwd moet
worden, weshalve op principieele gronden elk middel van verweer
er tegen gemotiveerd zou zijn, blijkt meer en meer, dat tengevolge
van de veel te hooge heffingen een loonende bioscoopexploitatie
niet meer mogelijk is.
't Is te bejammeren, dat de Staten-Generaal bij de behandeling
van het ontwerp van wet, houdende herziening van de financieele
verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten hiervoor geen oog
gehad heeft Er was toen immers een goede gelegenheid om den
belastingdruk op tooneel- en filmvertooningen, alsmede op andere
vermakelijkheden te verlichten door in het gewijzigd art. 240 van
de Gemeentewet een limiet van bijv. 10 pet. voor te schrijven ten
aanzien van de belasting op tooneelvertooningen en andere ver
makelijkheden.
Nu dit niet geschied is, blijft voor den Bond de taak weggelegd