filmstrook, welke op de buitenste omtrek van den filmband
aangebracht is, gelijk-lange, horizontale streepjes van onder
scheidene breedten vertoont;
2. Procédé van Petersen en Poulsen: De geluidsopname wordt
aldus opgeteekend, dat de horizontale streepen onderschei
dene lengten hebben (Transversal-methode)
3. Küchenmeister-systeem: De geluidsopname krachtens de z.g.
intensiteitsmethode bevindt zich tusschen het filmbeeld en
de perforatie; de filmband heeft normale breedte.
4. Mouietone en Phctophone: Komen nagenoeg overeen met het
Küchenmeister-systeem.
Verschillende andere geluidsfilm-weergave-apparaten zijn geba
seerd op de bovenvermelde procédés.
5. Lignose Hórfilm, systeem Breusing: Hier wordt het geluid
niet op den filmband opgenomen, maar op een gramaphoon-
plaat, die, motorisch gekoppeld aan de film, afloopt.
Aan de hand van dit systeem werken Warner Brothers met hun
Vitaphone en een heele reeks andere geluidsfilm-firma's
6. Systeem dr. Stille: Het geluid wordt op een gemagnetizeerden
staalband vastgehouden, die tegelijk met de film afloopt.
In 1926 bracht Warner Brothers de eerste geluidsfilm volgens
het Vitaphone-systeem in New York uit.
De strijd tusschen de Electriciteits-concerns om de leiding in de
geluidsfilm-industrie leidde tot het resultaat, dat Western Electric
in samenwerking met Warner Brothers het Vitaphone-systeem en
in relatie met Fox het Movietone-systeem ging exploiteeren. Bij
de Western Electric" sloten zich o.m. de Paramount, Metro Gold-
wyn Mayer en United Artists aan.
De Radio Corporation of America, (dochter-vennootschap van de