werk. De Fransche studio's hebben een duizendtal artisten, ca. 1000 technici en meer dan 4000 figuranten in dienst. In Groot-Brittannië verdienen 70.000 personen hun brood in de filmindustrie. In Japan zijn in een enkele studio meer dan 500 artisten en operateurs werkzaam. „De aan de artisten betaalde salarissen bedragen in de Ver~ eenigde Staten circa 40 millioen dollars per jaar. In Groot- Brittannië wordt 8J/J millioen pond st. per jaar aan loon betaald." Vervolgens wordt in het rapport uitgeweid over de crises, welke de filmindustrieën in de geheele wereld hebben doorgemaakt en welke men langzamerhand te boven is gekomen, terwijl voorts eene beschouwing gegeven wordt over de mogeijlkheid van reglemenr.ee- rig der arbeidstoestanden, welke gevolgd wordt door een overzicht van de in verschillende landen aan de hand van een gehouden enquête bestaade arbeidsvoorwaarden. Al geeft het rapport geen cijfers over ons land, dat immers geen industrie van beteekenis heeft, 't is van genoegzaam belang, daar het een inzicht geeft van de beteekenis der filmindustrie in de we reld, waarvan het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf immers een onderdeel vormt, om er hier melding van te maken. Wijziging van de Bondsstatuten. De voortschrijdende ontwikkeling van het bondswerk heeft voort durend moeilijkheden van practischen aard bij de uitvoering van enkele statutaire bepalingen veroorzaakt. Daarom stelde het Hoofdbestuur in het begin van het verslagjaar een aantal wijzigin gen in de Statuten voor, welke zich aan de veranderde toestanden aanpasten. In de eerste plaats was vanuit een groote groep leden de wensch naar voren gekomen om de mogelijkheid geopend te krijgen, dat provinciale afdeelingen opgericht zouden kunnen worden. Om aan dezen wensch volledig tegemoet te komen stelde het Hoofdbestuur een wijziging van de artt. 35 en 36 voor. Hierdoor werd het mogelijk gemaakt, dat leden van verschillende plaatsen uit een bepaald rayon tot stichting van een provinciale afdeeling zouden kunnen overgaan. Met het oog op het toenemend centraliseeren van het Bonds werk schrapte het Hoofdbestuur de bepaling uit de Statuten be- treffende de jaarlijksche bondsbijdragen aan de afdeelingen. Een nieuw artikel werd vervolgens in de Statuten voorgesteld met 63

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 63