bepaalde in art. 6 van het Huishoudelijk Reglement met ingang van een bepaalden datum den boycot te hunnen opzichte uitge vaardigd was. Een dezer twee leden bleef ook in gebreke een hem door de afdeeling Amsterdam opgelegde boete ten bedrage van 250. te betalen, weshalve het Hoofdbestuur andermaal de straf van boycot op hem moest toepassen. Dit besluit werd na de door het Hoofdbestuur ontvangen verklaring, dat genoemd lid zijn schuld aan den Bond in wekelijksche termijnen zou afbetalen, ingetrokken. Nog een drie-tal leden werden met resp. 500.250.en ƒ25.beboet wegens het zaken doen met ondernemingen, waar op een leveringsverbod rustte. Ten aanzien van de twee eerstgenoemde gevallen moeten de beroepen nog door de ledenvergadering behandeld worden. Verder werden op grond van art. 19a der Statuten tot een viertal leden waarschuwingen gericht. Het Secretariaat. Het Secretariaat was mede door het bioscoopconflict zoozeer met werk overladen, dat tijdelijk nog een assistente moest worden toegevoegd aan den Bondsadministrateur, die zich geheel van zijn andere werkzaamheden had vrijgemaakt, om zich uitsluitend aan het Bondswerk te kunnen wijden. Groot was het aantal rapporten, dat het secretariaat het licht liet zien. Meer dan 25.000 stuks gedrukte en gestencilde stukken met kennisgevingen aan de leden, hoofdzakelijk verband houdende met het Zuidelijk bioscoopconflict, verlieten het Secretariaa.t Het aantal door het Hoofdbestuur verzonden brieven bedroeg 3141 (in 1928: 2315 en in 1927: 1811). terwijl 2402 (in 1928: 1518 en in 1927: 1147) brieven en telegrammen voor het Hoofd bestuur ontvangen werden. In die getallen zijn niet begrepen de uitgezonden en ingekomen brieven van de .Commissie van Geschillen" en den ,,Raad van Beroep". Zooals gebruikelijk werden weer alle notulen-verslagen van de vergaderingen en conferenties vermenigvuldigd en aan de deel nemers der desbetreffende vergaderingen toegezonden. 71

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 71