tot stand; in één geval werd de vordering van eischer toegewezen. Door exploitanten contra collega's werden 3 geschillen aanhan gig gemaakt, waarvan een zaak tijdens de zitting werd ingetrokken, eenmaal tijdens de zitting een schikking tot stand kwam en in een geval de vordering van eischer toegewezen werd. Het aantal onder voorzitterschap van den heer E. de Hoop A z n. gehouden zittingen van den „Raad van Beroep" bedroeg 10 (in 1928: 9). De „Raad van Beroep", die aan het einde van het jaar besloot zijne zittingen elke maand op den eersten Woensdag te houden, behandelde in totaal 21 appèlzaken, waarvan nog 5 uit het vooraf gaande jaar dateerden (tegen 9 appèlzaken in 1928). Een zaak betrof een hooger beroep, door een exploitant aanhangig gemaakt van een beslissing der filmhuurschuldcommissie der Be- drijfsafdeeling Filmverhuurders, naar aanleiding van een te zijnen opzichte uitgevaardigd leveringsverbod. In een geval werd, na het aanhangig maken van hooger beroep, door de tegenpartij tegenberoep ingesteld. Bedoelde zaak werd echter tijdens de zitting ingetrokken. In een ander geval was door beide partijen hooger beroep aan hangig gemaakt. De beslissing van de Commissie van Geschillen" werd in deze zaak vernietigd en het, ook door de Commissie, aan den exploitant toegewezen bedrag voor schadevergoeding aanmer kelijk verhoogd. Van de overige 18 appèlzaken werden in 10 gevallen de be slissingen der „Commissie van Geschillen" bevestigd. In 6 gevallen werden de beslissingen van de Commissie vernie tigd, waarvan het in een zaak slechts om formeele redenen ge schiedde en aan de uitspraak eigenlijk niets veranderd werd en in een andere zaak teneinde het toegewezen bedrag te verminderen. Eén appèl-zaak werd tijdens de zitting door appellant ingetrokken en in een zaak werd appellant niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hooger beroep na het verstrijken van den statutair vastgestel- den termijn aanhangig was gemaakt. Bij de behandeling van een geschil in hooger beroep, waarbij de voorzitter van den Raad van Beroep zakelijk betrokken was, pre sideerde de heer D. Hamburgerjr. te Utrecht, die in verband hiermede tot plaatsvervangend voorzitter aangewezen was. Tien jaren arbitrage. Wanneer deze maal het jaarverslag besloten wordt met een 73

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1929 | | pagina 73