in een vijftal conclusies (opgenomen als bijlage A achteraan in dit verslag). Een flink aantal afgevaardigden liet zich op het Middenstands congres op de sprekerslijst inschrijven om met den prae-adviseur, die nog in een korte inleiding zijn referaat had toegelicht, in een gedachtenwisseling te treden. Het laat zich begrijpen dat vele af gevaardigden, die voor het eerst hun aandacht aan dit onderwerp hadden geschonken, niet zoo gemakkelijk ertoe te bewegen waren om de laatste conclusie van den prae-adviseur (het gebiedende van de afschaffing der belasting) te onderschrijven, maar wel bleek uit de geanimeerde gedachtenwisseling, dat het geheele congres de overtuiging had gekregen dat de vermakelijkheidsbelasting bij te hooge opvoering een gevaar kan zijn voor de kunst en het amuse- mentsbedrijf. In een met algemeene stemmen aangenomen motie (Zie bijlage B) heeft het Middenstandscongres stelling genomen tegen opvoering dezer belasting, en speciaal de differentiatie afgekeurd. Het Bestuur van den Koninklijken Nederlandschen Midden standsbond, hetwelk den dank verdient van het geheele film- en bioscoopbedrijf, omdat het het vraagstuk der vermakelijkheidsbe lasting in de publieke belangstelling heeft gebracht, heeft de door het congres aangenomen motie niet in het archief van het Bonds bureau opgeborgen. Integendeel; het actieve Bondsbestuur der middenstanders zond de motie, vergezeld van een adres, aan de Raden van alle gemeenten in Nederland, waar vermakelijkheids belasting geheven wordt. En dank zij deze activiteit prijkte in den loop van het afgeloopen jaar op de diverse raadsagenda's het adres van den Middenstandsbond, waarin verzocht wordt de vermake lijkheidsbelasting zoo laag mogelijk te stellen, en het systeem der differentiatie, waar dit nog bestond, af te schaffen. Bij de behan deling van deze adressen zijn hier en daar o.a. in Middelburg. Delft en 's-Hertogenbosch door raadsleden nog voorstellen gedaan tot verlaging der belasting, tot nu toe echter zonder een voor het bedrijf gunstig resultaat. DE FILMKEURING. In het jaarverslag over 1930 heeft het Hoofdbestuur uiting ge geven aan de in bedrijfskringen heerschende ontevredenheid over de filmcensuur, die, in dat jaar, wat toen met cijfers geïllus- 18

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1931 | | pagina 18