en Dinsdag). Bovendien kwam het Dagelijksch Bestuur 20 maal in vergadering bijeen (13 maal in 1930). Met het Bestuur der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders confe reerde het Hoofdbestuur zes maal. Eenige dier conferenties waren gewijd aan de regeling inzake het verkenen van uitkeering aan filmverhuurders, die door de bioscoopsluiting in Groningen geldelijk nadeel hadden ondervonden. In andere conferenties werden ver schillende onderwerpen behandeld, in de eerste plaats om maat regelen te nemen tegen het euvel, dat steeds dezelfde exploitanten zich wekelijks door de Filmhuurschuldcommissie roode kaarten laten zenden, waaromtrent het Hoofdbestuur vooraf de betrokken exploitanten had gehoord. Verder kwam in deze vergaderingen aan de orde de Statuten wijziging van het Hoofdbestuur, over welker indiening het Hoofd bestuur gaarne de meening van het Bestuur der Bedrijfsafdeeling wilde vernemen. Ook werd tusschen beide colleges onderhandeld over de door het Bestuur der Bedrijfsafdeeling ontworpen wijzigin gen in het Huishoudelijk Reglement met betrekking tot het belasten der roode kaarten en het instellen van een controle op de cabines der exploitanten. Tegen deze zaken bestonden echter statutaire be zwaren, doch waar het Hoofdbestuur het nut en ook de noodza kelijkheid eener oplossing dezer kwesties en dit geldt ook het vraagstuk der opleiding van operateurs inzag, zegde het toe ten spoedigste een algeheele herziening der Statuten ter hand te zullen nemen, waarbij de mogelijkheid tot reglementeering van al deze zaken onder het oog zou worden gezien. Desniettemin veroorlooft het Bestuur van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders zich in zijn jaarverslag zeer ten onrechte de opmerking, dat het Hoofdbestuur bij het afwerken van de voor stellen dezer afdeeling een mindere voortvarendheid heeft betracht, waardoor het afdeelingsbestuur tot mindere activiteit zou zijn ge stimuleerd. Van de onderwerpen, welke ook nog in het afgeloopen jaar met het Bestuur der Bedrijfsafdeeling, waarmede het Hoofdbestuur overigens in de beste harmonie verkeerde, behandeld zijn, kunnen nog gereleveerd worden: de stichting van een Bondsorgaan en de voorgenomen maatregelen betreffende den verkoop van oude films. Ook met de Besturen der plaatselijke afdeelingen van bioscoop exploitanten, met wie het Hoofdbestuur in voortreffelijke verstand houding stond, werd eenige malen vergaderd, speciaal met betrek- 44

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1931 | | pagina 44