Zij, die zulk een cultuurfactor beheerschen, dienen zich hiervan ter dege rekenschap te geven. Te weinig wordt hieraan helaas in onze kringen gedacht. Het zal de taak zijn van onze Afdeeling, in samenwerking met het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, hierop bij voortduring de aandacht onzer leden te vestigen in het belang van onze leden zelf, maar ook in het belang onzer medeburgers. Moge onze Afdeeling in staat zijn er in het komende jaar veel toe bij te dragen dat meer en meer bij ons 't inzicht kome, hoe schoon en voornaam het bedrijf is dat wij het geluk en voorrecht hebben te beoefenen. Ik zal mij gelukkig achten daaraan te kunnen medewerken en daaraan mijn beste krachten te geven. A. H. BOEKRAAD. Amsterdam, Februari 1932, Secretaris. 72

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1931 | | pagina 67