123
Zondagochtend-voorstellingen.
Ook deze aangelegenheid heeft reeds eenige malen een
punt van bespreking uitgemaakt in de Bestuurs- en Afdeelings-
vergaderingen, doch heeft ten slotte het Bestuur, gezien de
moeilijkheden om alle leden te overtuigen, dat deze voorstel
lingen inderdaad een nadeeligen invloed uitoefenen op het
bioscoopbezoek der gewone voorstelling, gemeend te moeten
besluiten, om aan de leden te adviseeren elk individueel te
handelen, zooals elk lid zulks wenschelijk acht.
Reductie-biljetten.
Omtrent deze kwestie, welke reeds herhaaldelijk in de ver
schillende vergaderingen ter sprake is gebracht, heeft het
Bestuur steeds onder de aandacht der leden gebracht, dat het
verstrekken der reductie-biljetten zooveel mogelijk beperkt
dient te worden, alhoewel, daar het Bestuur steeds adviseerend
en niet dwingend kan optreden, ieder lid voor zichzelf dient
te beoordeelen of het verstrekken van dergelijke biljetten in
het belang der onderneming is. Het Bestuur spreekt dan ook
den wensch uit, dat alle leden tenslotte zelf mogen inzien,
dat het onbeperkt verstrekken van deze biljetten nadeelig voor
het bedrijf is en het Bestuur hoopt, dat alle leden zullen mede
werken, om het uitgeven van deze reductie-biljetten tot een
minimum te beperken.
Het Bestuur onzer Afdeeling spreekt verder den wensch uit,
dat de malaise, welke in zoo hooge mate het bioscoopbedrijf
beïnvloedt, haar hoogtepunt moge bereikt hebben en dat een
gunstiger aspect voor de bioscoop-exploitanten zich moge
doen baanbreken en dat het verder het Bestuur zal mogen
gelukken, de verschillende hangende vraagstukken spoedig
tot een definitieve oplossing te brengen.
Namens het Bestuur,
De Secretaris,
Den Haag, 5 Januari 1932. E. ALTER.