Ingevolge een door een der leden gelanceerd denkbeeld besloot het Hoofdbestuur de leden te adviseeren op hun briefpapier onder den firma- (vennootschapsnaam) te laten drukken de woorden: „lid van den Nederlandschen Bioscoop~Bond"waardoor niet-leden gemakkelijker gesignaleerd zouden kunnen worden en buitenstaan ders te weten zouden kunnen komen, dat zij met leden van den N.B.B, te doen hebben. Het Hoofdbestuur gaf ook in een rondschrijven aan de leden een interpretatie van het nieuwe art. 7 (4e alinea) der Algemeene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films, daar hieromtrent bij sommige leden misverstand scheen te bestaan. In studie werd genomen de vraag of maatregelen genomen zou den kunnen worden tegen het openbaarmaken in de dagbladen en periodieken van z.g. werkfoto's. Ten aanzien van de vraag of aan de filmverhuurders een ver goeding behoort te worden gegeven voor gederfde filmhuur tijdens de bioscoopsluiting in het Zuiden in het jaar 1929 kwam het Hoofd bestuur voorloopig tot bepaalde conclusies, waarvan de uitwerking en daarmede de definitieve afdoening in het begin van 1934 kan worden tegemoet gezien. Een rondschrijven werd aan de leden gezonden, waarin erop gewezen werd, dat uitsluitend voor de reclame bij de vertooning van films gebruik mag worden gemaakt van door de Centrale Com missie voor de filmkeuring goedgekeurde foto's. Meermalen moest het Hoofdbestuur zich bezig houden met de bioscoopexploitanten in Tilburg, die door vaststelling van abnor maal lage entreeprijzen en tevens door de afkeurenswaardige wijze waarop reclame werd gemaakt den goeden naam van het Neder- landsche film- en bioscoopbedrijf ernstig in de waarschaal stelden. Onder leiding van het Hoofdbestuur kwam een overeenkomst tus- schen de in Tilburg gevestigde bioscoopexploitanten tot stand, volgens welke op waardiger wijze de exploitaties gevoerd zouden kunnen worden. Herhaalde malen werden door het Hoofdbestuur besprekingen gevoerd met de leiders van filmreclamebureaux, om te komen tot gezondmaking van dit bedrijf, waarin tot voor kort nog zeer on- gewenschte toestanden heerschten. Ook werd meermalen geconfereerd met een aantal leden, die zich benadeeld achtten door de wijze waarop de contracten, aan gegaan voor de levering en service van Western-Electric-appara- ten, toegepast werden. In studie werd genomen een plan om in ons land een internatio naal cinematografisch congres bijeen te roepen, teneinde te komen 41

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1933 | | pagina 41