verband met de zware lasten, waaronder de exploitatie van het
film- en bioscoopbedrijf in alle landen gebukt gaat, en die de ont
wikkeling van de geheele cinematografie evenals de verbetering
van de productie belemmeren, den wensch te kennen gegeven, dat
in ieder land door de aangesloten organisaties de aandacht der
overheid hierop gevestigd wordt, teneinde een belangrijke ver
lichting dezer lasten te verkrijgen, welke voor de filmindustrie,
die immers zoo nuttig voor de toenadering der volkeren kan zijn,
onontbeerlijk geacht wordt.
57