gelegenheid den leden geheel en al bekend is en welke tenslotte in overleg met het Hoofdbestuur is geregeld. Het afgeloopen vereenigingsjaar kenmerkte zich bijzonder door de groote activiteit, welke onze afdeeling aan den dag heeft gelegd, welke activiteit vooral gedemonstreerd wordt door het aantal ge houden Bestuurs- en Afdeelingsvergaderingen in vergelijking met die van het vorige jaar. In het geheel werden n.1. gehouden 12 Be stuursvergaderingen en 9 afdeelingsvergaderingen tegenover 3 Bestuurs- en 4 Afdeelingsvergaderingen in 1932. Een verheugend verschijnsel mag het verder genoemd worden, dat de gehouden afdeelingsvergaderingen steeds bijna voltallig bezocht werden. Het aantal leden bedroeg bij den aanvang van het vereenigingsjaar 12, welke onderstaande bioscopen exploiteerden: Amicitia-Bioscoop; Apollo-Theater; Asta-Theater; Alhambra-Thalia-Roxy-Theater; Centraal-Theater; Centrum-Theater; City-Theater, Odeon-Flora-Theater; Olympia-Theater; Passage-Theater; Seinpost-Theater; Trianon-Theater; West End-Theater; terwijl het aantal in December werd vermeerderd met één, n.1. het Rembrandt-Theater aan het Lorentzplein. Verder dient gememo reerd te worden, dat de exploitatie van het Centrum-Theater (voorheen Luxor-Theater) met ingang van 15 December 1933 in handen overging van den Heer Fresco, de eigenaar van genoemd theater en de exploitaties van het Thalia- en Alhambra-Theater in handen van de Heeren Bedak en Paigin kwamen, terwijl de Heer P. Blom zich uitsluitend bleef belasten met de exploitatie van het Olympia-Theater. Verder ging met ingang van 1 Februari 1933 de exploitatie van het Apollo-Theater in handen over van de Heeren E. en I. Cohen Barnstijn. Het Bestuur onzer afdeeling is thans als volgt samengesteld: Voorzitter: S. Kinsbergen; Vice-Voorzitter: Bakker; 73

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1933 | | pagina 70