Afdeeling „Het Zuiden". JAARVERSLAG OVER 1933. Het is niet gemakkelijk een jaarverslag te schrijven, als dit feite lijk slechts is een beknopt overzicht van de eerste levensdagen eener organisatie, levensdagen, waarin veel jeugdziekten moesten worden overwonnen en genezen. Als ik mij niet vergis, heeft de oprichting der Zuidelijke Afdee ling in twee stadia plaats gevonden. Het eerste stadium ligt rondom een oprichtingsvergadering op een dag, in een maand, in een jaar vóór 1933. Met echt Zuidelijke gemoedelijkheid schijnt die oprich ting niet veel verder gekomen te zijn dan de eenstemmige verkla ring van de aanwezige leden, dat men een Zuidelijke afdeeling van den Nederlandschen Bioscoop-Bond wenschte en dat eenige Heeren het bestuur op zich moesten nemen. Het tweede stadium begon in het begin van 1933, toen vooral op initiatief van de heeren Thyssen en Bertram, de exploitanten uit Limburg en Noord-Brabant in grooten getale te Roermond in een vergadering bijeenkwamen en daar officieel constateerden en bezegelden, dat er van dat oogenblik zou bestaan een Zuidelijke Afdeeling van Exploitanten, onderafdeeling van den Nederland schen Bioscoop-Bond. Een voorloopig bestuur werd gekozen, dat in een spoedig daarna gehouden vergadering, het standaard-regle ment deed behandelen en aannemen. In deze zelfde vergadering werd een definitief bestuur gekozen, waarvan de samenstelling was als volgt: W. Peters, Venlo, Voorzitter; A. H. Boekraad, Eindhoven, Onder-Voorzitter; M. Vermin, Maastricht, Secr.-Penningmeester; A. W. H. Bouts, Lutterade, 2e Secr.-Penningmeester; Carl Thyssen, Vaals, Commissaris. Onder leiding van dit bestuur werden een 4-tal algemeene leden vergaderingen gehouden, waarvan een te Eindhoven, aan welke 83

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1933 | | pagina 80