tusschen vreemdelingen gesloten akte van overdracht van auteurs recht beheerscht; Overwegende, dat Gema het eerste cassatiemiddel heeft bestre den, zich ten aanzien van het tweede heeft gerefereerd aan het oordeel van den Hoogen Raad en harerzijds subsidiair, voor het geval het eerste middel gegrond zou worden bevonden, als inciden teel cassatiemiddel heeft voorgesteld; Schending of verkeerde toepassing van de artikelen 162 der Grondwet, 20 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, 48, 59 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, 12 en 47 dei- Auteurswet 1912 en artikel 4 van de herziene Berner Conventie; doordat de Rechtbank de vraag of Becce zijn rechten op de ten processe bedoelde compositie aan Gema kon overdragen, heeft be antwoord op gronden, ontleend aan Nederlandsche Wetsbepalingen, hoewel de rechtsgeldigheid van een akte van overdracht te Berlijn in de Duitsche taal tusschen vreemdelingen tot stand gekomen en het auteursrecht betreffende, op een werk, vervaardigd door een vreemdeling en voor de eerste maal in Duitschland uitgegeven, naar de Duitsche, althans naar een vreemde wet moet worden beoordeeld, en in ieder geval niet naar artikel 2 van de Auteurswet: althans doordat de Rechtbank haar beslissing ten aanzien van deze door incidenteel eischeres opgeworpen vraag niet naar den eisch der wet met redenen heeft omkleed; Overwegende, dat krachtens artikel 47 van de Auteurswet 1912 deze wet van toepassing is op muziekwerken, welke voor de eerste maal door of vanwege den maker zijn uitgegeven in het Rijk in Europa of in Nederlandsch-Indië, alsmede op de niet aldus uitge geven werken, welker makers zijn Nederlanders of andere Neder landsche onderdanen; dat, verondersteld, dat de door Becce voor de film ,.Das Blaue Licht" vervaardigde muziek voor de eerste maal is uitaegeven te Berlijn en dat de componist niet was Nederlander of ander Neder- landsch onderdaan, niet aanwezig zou zijn een der gevallen, waarin krachtens artikel 47 het Nederlandsche recht rechtstreeks van toe passing zou zijn, en alsdan ingevolge artikel 4 lid 3 van de op 13 November 1908 te Berlijn gesloten herziene Berner Conventie, met de toetreding daartoe bekend gemaakt bij Koninklijk Besluit van 28 October 1912. Staatsblad 323. Duitschland als land van her komst van het werk ware te beschouwen; dat deze laatste omstandigheid echter geenszins ten gevolge zou hebben, dat voor deze procedure de vraag, of auteursrecht van Becce op Gema is overgegaan, zou moeten worden beschouwd naar Duitsch recht; dat het systeem der herziene Berner Conventie niet dit is, dat de auteur in het land van herkomst een auteursrecht verkrijgt, dat ook in de andere Verbondslanden erkenning en bescherming vindt, doch gelijk onmiskenbaar blijkt uit het eerste en het tweede lid van 101

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 100