DE BEDRIJFSUITKOMSTEN IN 1935. Moge het al een verheugend verschijnsel zijn, dat de film, dank zij haar innerlijke ontwikkeling, blijkens het toenemend bioscoop bezoek, hetwelk zich de laatste jaren vooral in de groote steden manifesteert, een steeds belangrijker plaats in onze samenleving gaat innemen, nochtans kunnen wij geenszins de oogen sluiten voor het feit, dat 1935, voor wat de bedrijfsuitkomsten betreft, in het algemeen genomen stellig het slechtste jaar is geweest sedert de economische ontwrichting zich het eerst duidelijk heeft geopen baard. Wanneer wij bij oppervlakkige beschouwing de recettes over 1931 globaal genomen op 100 stellen, dan bedragen zij over 1932 plm. 90, over 1933 plm. 75, over 1934 plm. 90, terwijl 1935 een inzinking vertoont, welke in vele gevallen beneden het laagtecijfer van 1933 (plm. 75) gaat. De stijging tot 90 in 1934 is vermoedelijk te danken aan de groote belangstelling voor de eerste Nederlandsch-sprekende films, welke in dat jaar zijn uitgekomen. De daling van de recettecijfers in het algemeen vindt vanzelf sprekend voor het overgroote deel haar oorzaak in de verlaging van de entreeprijzen, waartoe de exploitanten onder den druk der tijdsomstandigheden moesten overgaan, terwijl ook het verschijnsel, dat zij, die vroeger de duurste rangen in de theaters bezetten, stilaan naar de goedkoopere plaatsen zijn verhuisd, hieraan niet vreemd is. Het is dan ook om zeer ernstige redenen, die het levensbelang raakten van ons bedrijf, dat het Hoofdbestuur, den neergang in 1935 voorziende, nog te juister tijd de machtsmiddelen ter hand nam, waarover het, dank zij den hechten organisatievorm van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf, beschikte en die maatre gelen trof, welke het meest urgent waren, teneinde de bestaans mogelijkheden van de leden te beschermen. Reeds in 1934 had de Afdeeling Den Haag in het vooruitzicht van verminderde recettes en uit vrees, dat het aantal bioscopen in de residentie buiten elke verhouding zou toenemen, het denkbeeld gelanceerd tot sluiting van het bedrijf. Door de besturen der toen bestaande afdeelingen werd een Stu- 15

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 16