a dien aard geworden, dat haar autonomie, welke voor eenige jaren nog volkomen genoemd kon worden, den laatsten tijd sterk aan beteekenis heeft ingeboet. Zij zijn in vele gevallen hoe langer hoe meer afhankelijk geworden van het Rijk en zoo spreekt het van zelf, dat de Regeering ook bij de vaststelling van het percentage der vermakelijkheidsbelasting een woordje is gaan meespreken. In sommige gevallen gelastte de Regeering, in andere gevallen advi seerde zij het percentage dezer belasting op te voeren. De Bond is er nochtans in geslaagd de Regeering ervan te over tuigen, dat met een vermakelijkheidsbelasting van 20 c/c de grens van de draagkracht der exploitanten bedenkelijk is overschreden en het maximum dus in ieder geval ruimschoots is bereikt. Intusschen mogen wij ons niet ontveinzen, dat het, door het ingrijpen van regeeringswege, bezwaarlijker is geworden om, voor- 1 in een aantal gemeenten, waar dit zoozeer noodig zou zijn omdat het bioscoopbedrijf aldaar als gevolg van den druk der fiscale las ten niet meer rendabel is te maken, tot belastingverlaging te gera ken. Dit in aanmerking nemende is in het afgeloopen jaar bij het Hoofdbestuur een plan gerijpt, om te bevorderen, dat ten aanzien van de heffing van vermakelijkheidsbelasting een nieuw systeem wordt toegepast. Het Hoofdbestuur is hierbij uitgegaan van de opvatting, dat het voor geen betwisting vatbaar is, dat het bio scoopbedrijf door de heffing van vermakelijkheidsbelasting en per- soneele belasting tweemaal door een z.g. verteringsbelasting ge troffen wordt, zoodat ons bedrijf wel heel sterk het nadeel van een „cumulatie" van belastingen ondervindt. Het buitengewoon onbillijke van de bestaande wijze van belas tingheffing springt wel direct in het oog, wanneer wij als voor beeld aanhalen, dat een exploitant een huur van 10.000.te betalen heeft en daarbij f2500.— aan personeele belasting moet opbrengen. In dat geval moet de exploitant eerst 15.000.aan recettes ontvangen om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen, aangezien de fiscus zonder meer bovendien nog 20 van de recettes aan vermakelijkheidsbelasting eischt. Ons bedrijf verkeert dus in de onhoudbare situatie, dat het genoodzaakt is belasting te betalen van die bedragen, welke het reeds verplicht is aan den fiscus af te staan. Waar de Wet op de personeele belasting zij het in strijd met de oorspronkelijke bedoelingen van den wetgever de bioscoop theaters treft door de belasting van de huurwaarde, achtte het Hoofdbestuur alle redenen aanwezig om de huurwaarde dezer bioscopen niet nog eens te treffen door een andere z.g. „verte- 29

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 30