Behalve de Fransche „Chambre Syndicale" en de „Nederland- sche Bioscoop-Bond" hebben definitief geweigerd tot de nieuwe organisatie toe te treden: Engeland, Zwitserland en Yougo-Slavië. Hierbij dient in aanmerking te worden genomen, dat in geen der Europeesche landen een eenheidsorganisatie in het film- en bio scoopbedrijf bestaat, gelijk dat in Nederland het geval is. (Uitgezonderd natuurlijk Italië en Duitschland, waar de organi satorische leiding van het bedrijf in handen van den Staat is). Onder de weinige landen, die zich hebben aangesloten, mogen dan ook slechts bepaalde georganiseerde groepen worden verstaan, die er in geenen deele aanspraak op kunnen maken het geheele film en bioscoopbedrijf in hun resp. landen te omvatten. Of de „Internationale Filmkamer" tot leven zal komen, staat in- tusschen te bezien. Dezerzijds zullen haar werkzaamheden met aandacht gevolgd worden. INTERNATIONALE FEDERATIE VAN FILMPRODUCENTEN. Het bureau van de Internationale Federatie van Filmproducen ten, waarin de Bond was vertegenwoordigd, heeft op 26 en 27 Februari van dit jaar een vergadering te Parijs gehouden, waarin het rapport behandeld is, dat door de Association Littéraire et Ar- tistique Internationale in een aan het einde van Januari 1935 in Montreux gehouden Congres was samengesteld in verband met de laatste voorstellen, welke door het Bureau der Union internatio nale pour la protection des oeuvres littéraires et artistiques", dat zijn zetel heeft te Bern, waren gedaan met het oog op de in 1936 in Brussel te houden diplomatieke conferentie. De conferentie besloot haar goedkeuring te hechten aan de be palingen der Berner Conventie, zooals de tekst ervan te Montreux gewijzigd werd, met uitzondering van het eerste lid van art. 14, waarvoor de volgende redactie werd voorgesteld: ,,De auteurs van letterkundige-, wetenschappelijke- of kunst werken hebben het uitsluitend recht, toe te stemmen in de cine- matographische bewerking dezer werken, waaronder eveneens wor den verstaan het in omloop brengen, de openbare vertooning en de openbare uitvoering van zoodanige bewerkingen." Er werd besloten, dat alle gedelegeerden, elk voor zich, de noo- 43

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 44