voorgeschreven, dat het jaarverslag ten minste zeven dagen vóór den datum der jaarvergadering aan de leden moet worden toege zonden, kon het Hoofdbestuur niet aanvaarden, omdat het deze aangelegenheid niet van zoo groot belang achtte om daarvoor spe ciaal een Statutenwijziging aanhangig te maken. Wèl verklaarde het Hoofdbestuur zich tegenover de Afdeeling „Den Haag" bereid, er naar te zullen streven, dat in de toekomst in den geest van dat voorstel zou worden gehandeld. Daar het Hoofdbestuur in den St. Nicolaastijd tal van brieven van leden ontving, betreffende het geven van matinee's, welke door koopmanszaken zouden worden bekostigd, meende het Hoofdbe stuur, dat in deze (St. Nicolaas)-periode het bedrijfsbesluit inzake filmlevering aan Koopmanszaken buiten werking behoorde te wor den gesteld. Het besloot een wijziging van dit bedrijfsbesluit te zijner tijd bij de Algemeene Vergadering aanhangig te maken en het deelde aan de leden mede dat, in afwachting van deze wijziging, bedoeld bedrijfsbesluit in het tijdvak van 30 November tot 7 De cember niet toepasselijk zou zijn op filmvertooningen voor kinderen, welke door winkeliers, hetzij alleen, hetzij in samenwerking met anderen, in bioscoop-theaters zouden worden gegeven. Vernietiging Afdeelings-besluiten. Van de aan het Hoofdbestuur in art. 23 van het Afdeelings- reglement gegeven bevoegdheid, om besluiten van de ledenverga dering eener afdeeling te vernietigen, moest in het afgeloopen jaar drie maal gebruik gemaakt worden. Vernietigd werden: a. een besluit van de afdeeling „Rotterdam", behelzende een verbod om in een bepaalde courant te adverteeren; b. een besluit van de afdeeling „Het Zuiden", waarbij een lid verboden werd bepaalde films te vertoonen; c. besluiten van de afdeeling „Den Haag", één om de Winter hulp-bijdrage niet te betalen, en één betreffende een nader om schreven contributie-klasse-indeeling voor de leden van de afdee ling Den Haag. Het Hoofdbestuur stelde zich op het standpunt, dat deze beslui ten niet geacht konden worden te zijn genomen in het gemeen schappelijk belang der gezamenlijke afdeelingsleden of dat met deze besluiten getreden was buiten de bevoegdheid eener afdeeling. 69

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 70