verworven had, dat deze film door den aanvrager niet uitgebracht zou mogen worden, alvorens de betreffende verhuurder schadeloos zou zijn gesteld. In een ander geval diende een Belgische filmproducent een be zwaar in tegen een reeds gedeponeerden titel van een te vervaar digen Nederlandsche film. Daar de Nederlandsche producent evenwel niet bereid was zijn titel te veranderen en op zijn beurt bezwaar maakte tegen het voeren door den Belgischen filmpro ducent van een titel, welke gelijkenis vertoonde met den door hem ingedienden titel, besloot het Hoofdbestuur, dat de bezwaren als ongegrond van de hand moesten worden gewezen en geen verdere stappen inzake deze kwestie te ondernemen. Ten aanzien van de meeste bezwaarschriften kon, na overleg met de aanvragers om inschrijving van bepaalde titels, overeen stemming betreffende wijziging van. de titels verkregen worden. In de buitengewone ledenvergadering van 17 Juni zijn in het Reglement op het Naamregister verschillende wijzigingen aange bracht, welke een nadere omschrijving inhouden van eenige bepa lingen van dit eerst sedert korten tijd bestaande reglement. De wijzigingen, die volledig zijn opgenomen in een door den Bond uitgegeven boekje, zijn voornamelijk aangebracht op grond van de praktijk, die intusschen met dit reglement was verkregen en hebben in hoofdzaak betrekking op de uitvoering ervan. Met voldoening kan worden geconstateerd, dat het Naamregis ter achteraf in een behoefte blijkt te voorzien. Saneering reclamefilmbedrijf. In het jaarverslag over 1934 is melding gemaakt van de door het Hoofdbestuur voorgenomen maatregelen ter saneering van het reclamefilmbedrijf. Ook in het afgeloopen jaar werden weer ver schillende klachten over misstanden in dit speciaal bedrijf verno men. Dit heeft het Hoofdbestuur aanleiding gegeven een studie commissie samen te stellen, die tot taak kreeg een plan tot sanee ring van het projectiereclame- en reclamefilmbedrijf te ontwerpen. Tot leden der commissie werden door het Hoofdbestuur benoemd de heeren L. C a 1 f f te Amsterdam, W. Q u i s t te Groningen en J. Smit te Amsterdam, terwijl als secretaris aan de commissie werd toegevoegd de heer H. W. Hagenberg Jr., assistent van den Bondsdirecteur. De Commissie heeft de haar opgedragen taak met groote snel heid ten uitvoer gebracht en overeenkomstig de opdracht van het 74

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1935 | | pagina 75