drachten echter door het Hoofdbestuur niet gevolgd werden, dat
de Afdeelingsraad krachtig steunde de candidatuur van den Heer
W. K. G. van Royen, die inplaats van den Heer Ehrlich tot lid
van het Hoofdbestuur gekozen werd, en in plaats van den Keer
Ehrlich tot gedelegeerde van het Hoofdbestuur in den Afdeelings
raad werd aangewezen en dat als lid van den Afdeelingsraad
heengingen de Heeren van Willigen en Buisman, die vervangen
werden respectievelijk door de Heeren Uges en Bollongino. In de
samenstelling van het bestuur kwam geen wijziging.
Wij meenen dit jaarverslag te kunnen beëindigen met het uit
spreken onzer overtuiging, dat bij den Afdeelingsraad de ern
stige wil leeft om in samenwerking met het Hoofdbestuur het
Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf, vereenigd in den Neder-
landschen Bioscoop-Bond, met energie te dienen. De tijden zijn
moeilijk en zwaar, niet zoozeer om de financieele zorgen, die de
slechte economische omstandigheden met zich hebben meegebracht,
als wel om de nieuwe problemen, die zich rondom en in het film
bedrijf hebben opgeworpen.
De Afdeelingsraad is zich het bewicht dezer tijden bewust en
is bereid, geheel en van harte met het Hoofdbestuur de daaraan
verbonden zorgen te dragen. Hij zal ook toonen in het belang van
den Bond en daardoor-in het belang van het bedrijf zoo noodig
offers re brengen.
A. H. BOEKRAAD, Secretaris.
Eindhoven, 22 Maart 1937.
125